Kies voor de installatie tegen een buitenmuur.
Controleer, als de installatieplek bepaald is, of op de punten waar
gaten geboord moeten worden geen structuren of installaties (bal-
ken, kolommen, waterleidingen, elektrische kabels, enz.) aanwezig
zijn die de installatie zouden kunnen verhinderen.
Controleer tevens of de vrije circulatie van de lucht door de aan te
leggen gaten niet verhinderd wordt (door planten en loof, houtwerk,
luiken, roosters met een te fijne maas, enz.).
2.4 - MONTAGE VAN DE UNIT
De toegestane maximale lengte van de leidingen is 1 m. De
binnenkant van de leidingen moet glad zijn, ze moeten een diameter
van 202 mm of 162 mm hebben en mogen geen bochten vertonen.
Gebruik de geleverde roosters of roosters met identieke kenmerken.
2.4.1 - Gaten in de muur boren
Voor de werking van de unit moeten twee gaten worden geboord in de muur, zoals
op de boormal is aangegeven. De gaten kunnen een diameter van 162 mm of 202
mm hebben.
•
De unit UNICO kan geïnstalleerd worden in plaats van een unit UNICO SKY of
UNICO STAR zonder dat de reeds bestaande gaten moeten worden aangepast,
met uitzondering van het kleine gat voor de condensafvoer. Verwijder in dit geval
het isolatiemateriaal dat eventueel in het gat voor de luchtuittrede aanwezig is
om de prestaties niet te benadelen. Bovendien moeten nieuwe gaten worden
geboord voor de bevestigingsbeugels.
•
De gaten moeten in de muur worden geboord met een specifiek gereedschap
dat de werkzaamheden vereenvoudigt en schade of overmatige last voor de
klant vermijdt.
De beste instrumenten die voor het boren van grote gaten in muren gebruikt
kunnen worden, zijn speciale boormachines (zogenaamde kernboormachines)
met een hoog torsiekoppel en een rotatiesnelheid die naar aanleiding van het
te boren gat kan worden aangepast.
•
Om te vermijden dat veel stof en vuil in de omgeving verspreid worden, kunnen
de kernboormachines worden verbonden met afzuiginstallaties die voornamelijk
bestaan uit een stofzuiger die verbonden moet worden met een accessoire
(bijvoorbeeld zuignap) zodat deze in de buurt van het te boren punt kan worden
aangebracht.
NL - 14