In de vaatwasmachine
Neem voor de veilige omgang met het gebruikte reinigingsmiddel de overeenkomstige ge-
bruiksaanwijzing in acht, met name de daarin opgenomen veiligheidsinstructies.
De afzonderlijke onderdelen kunnen worden gereinigd in een gewone vaatwasmachine als
deze is aangesloten op leidingwater van drinkwaterkwaliteit.
UITVOERING:
Reinig de onderdelen niet samen met een sterk vervuilde vaat.
• Zet alle onderdelen zo in het vaatrek dat er zich geen water in kan ophopen.
• Selecteer een programma van minstens 50 °C.
DROGEN:
– Controleer of er geen restvocht in de onderdelen zit. Indien nodig:
• Schud het water uit alle onderdelen.
• Leg alle onderdelen op een droge, schone en absorberende ondergrond en laat ze volle-
dig drogen.
4.5 Desinfecteren
Desinfecteer alle onderdelen onmiddellijk na de reiniging. Alleen gereinigde onderdelen kun-
nen doeltreffend worden gedesinfecteerd. Hierna zijn de gevalideerde desinfectiemethodes
beschreven.
In kokend water
UITRUSTING:
– Schone kookpan
– Drinkwater
UITVOERING:
VOORZICHTIG
Infectiegevaar door vocht
Vocht bevordert de groei van kiemen.
• Haal alle onderdelen onmiddellijk na het desinfectieproces uit de kookpan en laat ze
drogen.
• AANWIJZING! Gevaar voor beschadiging van de kunststofonderdelen! Kunststof
smelt bij aanraking met de hete bodem van de pan. Zorg voor een voldoende hoeveelheid
water in de pan, zodat de onderdelen niet de bodem van de pan raken.
Leg alle onderdelen minstens 5 minuten in borrelend kokend water.
19