Enerpac ATM-5 Instrucciones página 52

3.0 PRODUCTBESCHRIJVING ATM-5
De ATM-5 is een apparaat voor gebruik bij reguliere
onderhouds- en plaatsingswerkzaamheden waarmee
flenzen correct kunnen worden uitgelijnd. De maximale
kracht die met dit apparaat kan worden uitgeoefend is
45 kN (5,0 ton). De ATM-5 kan bijvoorbeeld gebruikt
worden bij het vervangen van een ring of een ander
type verbinding.
De ATM-5 is een hydraulisch apparaat dat wordt
aangedreven door een hydraulische cilinder en een
handpomp. De maximale werkdruk is 700 bar [10.000 psi].
Als u deze instructies volgt, draagt dit bij tot veilig
gebruik en een maximalisering van de levensduur van
het apparaat. U moet alle paragrafen in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u het
apparaat gaat gebruiken.
4.0 VEILIGHEIDSINFORMATIE
BELANGRIJK: De veiligheidsvoorschriften moeten bij
alle installaties zorgvuldig worden opgevolgd. De
veiligheid van de operator en van eventuele andere
medewerkers is van het grootste belang, net als de
veiligheid van anderen, inclusief personen in de
omgeving.
Deze handleiding beslaat alleen het veilige gebruik van
de ATM-5 tijdens regulier onderhoud en de
plaatsingswerkzaamheden.
verantwoordelijk voor alle veiligheidsaspecten.
PAS OP: De ATM-5 mag nooit aan het
mondstuk van een drukvat worden bevestigd.
PAS OP: De ATM-5 mag nooit aan een
verbinding worden bevestigd voordat er sprake
is van een foutieve uitlijning.
5.0 TOEBEHOREN
De draagkoffer voor de ATM-5 kent voor elk van de
onderdelen een uitsparing. De gehele set bevat:
1x Draagkoffer met schuiminleg
1 Gebruiksaanwijzing en reparatiehandleiding
1 Uitlijnapparaat
1 Hydraulische cilinder RC-53
1 Hydraulische slang
1 Handpomp P-142
6.0 CONTROLE - ONDERHOUD
Na iedere klus en voordat het apparaat opnieuw wordt
gebruikt moet de
gecontroleerd. Geen van de onderdelen mag ontbreken
en ze moeten klaar zijn voor gebruik.
Onderdelen die ontbreken of die beschadigd zijn,
moeten zo snel mogelijk en voor de volgende keer dat
het apparaat gebruikt wordt, worden vervangen.
• Smeer regelmatig alle bewegende delen.
De opzichter
gereedschapsset worden
• Alle rollers en pennen moeten vrij van gruis kunnen
draaien.
• Plaats alle onderdelen die u niet gebruikt in de
draagkoffer.
7.0 WERKING VAN DE ATM-5
De ATM-5 moet aan de laagste van de twee flenzen
worden bevestigd door de hefhaak volledig in het
boutgat te steken dat parallel is aan het boutgat van de
tegenoverliggende flens. Op dit punt is de foutieve
uitlijning het grootst. De valarm moet worden
losgemaakt van de pijp terwijl het apparaat recht wordt
gehouden in het boutgat.
Trek de ontlastklem van de arm eruit om de arm over de
gewenste afstand uit te schuiven.
De hydraulische cilinder is vastgemaakt aan de
instelbus. Draai de cilinder en de instelbus met de klok
mee totdat de spil aan de onderzijde van de cilinder
contact maakt met de rand van de tegenoverliggende
flens.
De spil aan de onderzijde van de hydraulische cilinder
moet altijd volledig en recht op de rand van de
tegenoverliggende flens rusten.
Bevestig de hydraulische pomp en de slang aan de
is cilinder en breng de handpomp op gang.
8.0 PROCEDURE OM FOUTIEVE UITLIJNING VAST
TE STELLEN
• De ATM-5 mag niet worden bevestigd aan een
flensverbinding voordat de procedure om een
foutieve uitlijning vast te stellen is uitgevoerd.
• Ieder tweede bout moet worden losgedraaid en
verwijderd. Ga door met deze procedure. Foutieve
uitlijning treedt mogelijk pas op als slechts enkele
bouten over zijn. Op dat moment wordt de richting
van de foutieve uitlijning zichtbaar.
• De ATM-5 zal zodra deze is bevestigd, direct op het
verkeerd uitgelijnde deel drukken om zo de
verbinding weer op de juiste wijze uit te lijnen.
Voorbeeld: Foutieve
richtingen.
Bij een kapotte flensverbinding kan de uitlijning op een
willekeurig punt en in elke draairichting verstoord zijn.
Zie figuur 1. De ATM-5 moet worden bevestigd op het
punt waar de uitlijning het meest afwijkt, bijvoorbeeld
bij A of B. Elk voorbeeld laat zien waar de ATM-5 moet
worden geplaatst.
53
uitlijning in verschillende