3.3 Tips voor het pompen:
3.3.1 Algemene tip voor de aanzuiging:
De aangegeven maximale zelfaanzuighoogte wordt alleen bereikt, wan-
neer de pomp via de vulopening tot aan de overloop is gevuld en de
(4)
drukslang
tijdens het aanzuigen zover naar boven wordt gehouden,
dat er geen water van de pomp via de drukslang
Vul de pomp voordat slangen, een vast buizenstelsel, enz. aan drukzijde
op de pomp zijn aangesloten. Zo wordt gewaarborgd dat de pomp volle-
dig met water (2 liter) kan worden gevuld (er kan lucht ontsnappen).
De pomp moet met 2 liter water worden gevuld.
3.3.2 Stille modus:
De pomp is stil. Alleen met de juiste installatie kan dit voordeel behouden
blijven:
v Kies een trillingsvrije ondergrond (bijv. niet op platen of kunststof tanks
plaatsen).
3.3.3 Max. doorstroomwaarden:
De pomp heeft een bypassventiel om korte aanzuigtijden mogelijk te
maken. Bij een open slanguiteinde zonder aansluitapparaten of heel grote
slangdiameters, kan het ventiel vanwege de hydraulische drukverhoudin-
gen evt. niet van de aanzuigmodus naar de pompmodus overgaan. Om
het volledige pompvermogen ten volle te benutten, kunt u de wateruitgang
vervolgens bij een draaiende motor, gedurende ca. 1 seconde afsluiten
(bijv. door de slang te knikken). Zo kan het ventiel zijn correcte positie inne-
men. In standaardtoepassingen met aansluitapparaten als een broes of
sproeier gebeurt dit automatisch.
3.3.4 Montage van het voorzetfilter:
Wanneer een voorzetfilter te lang is, kan het in plaats van verticaal naar
beneden, ook in een andere positie (bijv. horizontaal) worden gemonteerd.
4. ONDERHOUD
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Letselgevaar door onopzettelijk starten.
v Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
4.1 Pomp reinigen:
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar en risico op beschadiging van het product.
v Reinig het product niet met water of een waterstraal (in het bijzon-
der niet onder hoge druk).
v Reinig niet met chemicaliën inclusief benzine of oplosmiddelen.
Sommige stoffen kunnen belangrijke kunststof onderdelen bescha-
digen.
v Reinig de behuizing van de pomp met een vochtige doek.
4.2 Pomp doorspoelen:
Na het pompen van chloorhoudend water moet de pomp worden door-
gespoeld.
1. Pomp lauwwarm water (max. 35 °C) evt. met toevoeging van een mild
reinigingsmiddel (bijv. afwasmiddel), tot het gepompte water helder is.
2. Voer de restanten af volgens de lokaal geldige richtlijn betreffende afval-
verwijdering.
5. OPBERGEN
5.1 Buitenbedrijfstelling [ afb. S1 ]:
LET OP!
Beschadiging van de pomp door vorst!
v Berg de pomp op een vorstbestendige plaats op.
Het product moet voor kinderen ontoegankelijk worden bewaard.
9057-20.960.01.indd 21
9057-20.960.01.indd 21
1. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
2. Sluit eventueel aanwezige afsluitventielen in de aanzuigleiding.
3. Open eventueel aanwezige afsluitventielen in de drukleiding (aansluit-
apparaten, waterstop, enz.).
Zo wordt de drukzijde drukloos.
4. Draai de schroefverbinding
(4)
kan ontsnappen.
aftapschroef
Zo wordt de pomp leeggemaakt.
5. Zet de pomp schuin in de richting van de afvoer (ca. 45°) zodat de
pomp volledig leegloopt.
6. Draai de aanzuigslang en de drukslang van de pomp af.
7. Draai de schroefverbinding
aftapschroef
8. Reinig de pomp (zie 4. ONDERHOUD).
9. Berg de pomp op een droge, dichte en vorstbestendige plaats op.
6. STORINGEN VERHELPEN
Letselgevaar door onopzettelijk starten.
v Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
6.1 Loopwiel losmaken [ afb. T1 / T2 ]:
Een door vuil geblokkeerd loopwiel kan worden losgemaakt.
1. Alleen voor art. 9058 / 9059:
Trek de vuilafdekking
de aangesloten bodemvochtigheidssensor los.
2. Draai de 6 schroeven
3. Trek de beide schalen
4. Trek de rubberen stop
5. Draai de as van het loopwiel
met de wijzers van de klok mee.
Zo wordt het geblokkeerde loopwiel losgemaakt.
6. Monteer de rubberen stop
keerde volgorde.
Let er hierbij op dat de schroeven
aan de juiste schroefgaten worden toegewezen.
7. Alleen voor art. 9058 / 9059:
Steek de vuilafdekking
koppel de bodemvochtigheidssensor weer aan.
6.2 Filter reinigen [ afb. T3 ]:
Wanneer de pomp niet start of tijdens het gebruik plotseling stil blijft staan,
zou dit aan een verstopt filter kunnen liggen.
1. Sluit alle aanwezige afsluitventielen aan aanzuigzijde.
2. Open eventueel aanwezige afsluitventielen in de drukleiding (aansluit-
apparaten, waterstop, enz.).
Zo wordt de drukzijde drukloos.
3. Draai de schroefverbinding
4. Trek het filter
5. Houd de beker
in uit de beker
6. Reinig de beker
7. Reinig het filter
8. Monteer het filter
6.3 Alleen voor art. 9058 / 9059: Doorstroomsensor reinigen
[ afb. T1 / T4 ]:
1. Alleen voor art. 9058 / 9059:
Trek de vuilafdekking
koppel de aangesloten bodemvochtigheidssensor los.
2. Draai de 6 schroeven
3. Trek de beide schalen
4. Draai de dop
van de klok in uit.
5. Trek de doorstroomsensor
(5)
op de vulopening
(8)
met de hand los.
(5)
op de vulopening
(8)
met de hand vast (gebruik geen tang).
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
(d)
van de bodemvochtigheidssensor af of koppel
ß
ß
ß
,
en
eruit.
9a
9b
9c
(10)
eraf.
(11)
van de as van het loopwiel
(12)
met een geïsoleerde schroevendraaier
(11)
en de beide schalen
ß
,
ß
en
9a
9b
van de bodemvochtigheidssensor weer in of
(d)
(5)
op de vulopening
(13)
verticaal uit de vulopening
(14)
vast en draai het filter
(13)
(14)
(bajonetsluiting).
(14)
onder stromend water.
(13)
bijv. met een zachte borstel.
(13)
weer in omgekeerde volgorde.
(d)
van de bodemvochtigheidssensor af of
(9)
eruit (zie 6.1 Loopwiel losmaken).
(10)
eraf.
(15)
er met een inbussleutel (wijdte 10) tegen de wijzers
(16)
uit de sensoropening
(6)
en de water-
(6)
en de water-
(12)
.
(10)
weer in omge-
ß
al naargelang lengte
9c
(6)
met de hand los.
(6)
.
tegen de wijzers van de klok
ß
.
z
21
17.10.22 11:32
17.10.22 11:32