4 Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
■ Tijdens het gebruik kan een verkeerde net‐
spanning of een verkeerde netfrequentie lei‐
den tot overspanning in het Charging Manage‐
ment. Het Charging Management kan hierdoor
worden beschadigd.
► Controleer of de netspanning en de netfre‐
quentie van het elektriciteitsnet overeenko‐
men met de gegevens op het typeplaatje
van het Charging Management.
■ Als het Charging Management op een niet
goed beveiligd stroomcircuit wordt gebruikt,
kan het stroomcircuit overbelast raken. Er kan
materiële schade ontstaan.
► Gebruik het Charging Management alleen
op een afzonderlijk beveiligde, geaarde
contactdoos,
► Sluit geen andere elektrische verbruikers
op hetzelfde stroomcircuit aan.
■ Een verkeerd neergelegde aansluitkabel en
verlengkabel kunnen beschadigd raken en
personen kunnen hierover struikelen. Perso‐
nen kunnen letsel oplopen en de aansluitkabel
of verlengkabel kan worden beschadigd.
► De aansluitkabel en verlengkabel zo neer‐
leggen en kenmerken, dat personen niet
kunnen struikelen.
► De aansluitkabel en verlengkabel zo neer‐
leggen, dat ze niet onder spanning staan of
verwikkeld zijn.
► De aansluitkabel en verlengkabel zo neer‐
leggen, dat ze niet beschadigd, geknikt of
geplet kunnen worden of schuren.
► Aansluitkabel en verlengkabel beschermen
tegen hitte, olie en chemicaliën.
► De aansluitkabel en verlengkabel neerleg‐
gen op een droge ondergrond.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt de verleng‐
kabel warm. Wanneer de warmte niet kan wor‐
den afgevoerd, kan de warmte brand veroor‐
zaken.
► Als er een verlengkabel wordt gebruikt: de
verlengkabel volledig afwikkelen.
■ Als er elektrische bedrading en leidingen in de
muur zitten, kunnen deze worden beschadigd
als het Charging Management op de muur
wordt bevestigd. Contact met elektrische
bedrading kan leiden tot een elektrische
schok. Personen kunnen ernstig letsel oplo‐
pen en er kan materiële schade ontstaan.
► Controleren of er op de geplande plaats
geen elektrische bedrading en leidingen in
de muur zitten.
■ Als het Charging Management niet zoals in
deze handleiding staat beschreven is gemon‐
0458-049-9901-A
12.1.
teerd, kan het Charging Management vallen.
Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er
kan materiële schade ontstaan.
► Charging Management monteren zoals in
deze handleiding staat beschreven.
4.8
Vervoer
WAARSCHUWING
■ Tijdens het vervoer kan het Charging Manage‐
ment omvallen of verschuiven. Personen kun‐
nen ernstig letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► De netstekker uit de contactdoos trekken.
► Acculaders loskoppelen.
► Charging Management met spanbanden,
riemen of een net dusdanig beveiligen, dat
dit niet kan kantelen en niet kan verschui‐
ven.
■ De aansluitkabel is niet bedoeld om het Char‐
ging Management daaraan te dragen. De aan‐
sluitkabel en het Charging Management kun‐
nen worden beschadigd.
► Netkabel opwikkelen.
4.9
Opslag
WAARSCHUWING
■ Kinderen kunnen de gevaren van het Char‐
ging Management niet herkennen en ook niet
inschatten. Kinderen kunnen ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen.
► De netstekker eruit trekken.
► Het Charging Management opslaan buiten
het bereik van kinderen.
■ Het Charging Management is niet beschermd
tegen alle invloeden van buitenaf. Als het
Charging Management aan bepaalde invloe‐
den van buitenaf wordt blootgesteld, kan het
Charging Management worden beschadigd.
► De netstekker eruit trekken.
► Het Charging Management schoon en
droog opslaan.
► Het Charging Management opslaan in een
gesloten ruimte.
► Het Charging Management niet buiten de
aangegeven temperatuurgrenzen bewaren,
12.3.
■ De aansluitkabel is niet bedoeld om het Char‐
ging Management aan te dragen of op te han‐
gen. De aansluitkabel en het Charging Mana‐
gement kunnen worden beschadigd.
► Pak het Charging Management bij de
behuizing vast en houd het vast.
► Charging Management aan de schroefpun‐
ten bevestigen.
Nederlands
99