6
Veiligheidsfuncties
De elektronica controleert continu of het systeem goed werkt. Fouten in het sys-
teem worden gesignaleerd door alarmsignalen, foutmeldingen en/of het blokke-
ren van systeemfuncties. Een tabellarisch overzicht van de fout- en
alarmmeldingen vindt u in hoofdstuk 9, Fout- en alarmmeldingen.
Als de werkelijke intra-uteriene druk de intra-uteriene streefdruk langer dan 5 se-
conden met 10 mmHg overschrijdt, dan treedt de drukreductie in werking. Het
rolwiel beweegt tijdens de drukreductie een paar keer heen en weer. Als de druk
niet kan worden gereduceerd, verschijnt de melding Overpressure/Open Stop-
cock (overdruk/afsluitkraan openen) en er klinken drie alarmsignalen.
Zodra de werkelijke intra-uteriene druk boven de 150 mmHg komt, verschijnt de
melding Maximum Pressure (maximale druk) en geeft de pomp drie alarmsigna-
len. De maximaal toegestane druk is bereikt.
Als de werkelijke intra-uteriene druk langer dan 5 seconden boven de 200 mmHg
komt, blijft het rolwiel staan en verschijnt de melding Overpressure/Check Stop-
cock (overdruk/afsluitkraan controleren). Tot de druk is gereduceerd klinken er
drie korte alarmsignalen. Zodra de werkelijke intra-uteriene druk tot onder de
200 mmHg is gedaald, stoppen de alarmsignalen en gaat het rolwiel weer draai-
en.
Als de inflow-slangset niet correct in het rolwiel is geplaatst, dan klinkt na het in-
drukken van de toets Prime een kort alarmsignaal en verschijnt de melding Check
Tube Set Installation (slangset-installatie controleren). Het rolwiel wordt niet ge-
start.
Als er een fout optreedt in de drukmeetelektronica, dan verschijnt de melding
Sensor Error (sensorfout) en er klinken vijf korte alarmsignalen. Het rolwiel blijft
stilstaan.
Als het maximaal toegestane gewicht van het weegsysteem (ca. 30 kg/65 lbs)
wordt overschreden, dan klinkt er een continu alarmsignaal en verschijnt de mel-
ding Scale Overload Check Scale (weegsysteem overbelast; weegsysteem contro-
leren). Zodra het overtollig gewicht van het weegsysteem is verwijderd, stopt het
alarmsignaal en verdwijnt de melding weer.
Als er een reservoir van het weegsysteem wordt genomen terwijl de pomp in be-
drijf is, klinken er continu drie korte alarmsignalen en verschijnt de melding Con-
tainer Change, Press Resume (Reservoirwissel, druk op Resume). De
alarmsignalen stoppen zodra de oorspronkelijke toestand is hersteld of er op de
toets Pause/Resume wordt gedrukt.
Als de laatste instelling van de intra-uteriene streefdruk meer dan 80 mmHg be-
droeg, dan wordt deze teruggezet op de standaardwaarde van 80 mmHg.
Na elke verhoging van het deficitvolume met 100 ml boven de ingestelde grens-
waarde klinken er drie alarmsignalen, die terwijl de pomp blijft lopen steeds wor-
den herhaald. De melding Deficit Limit Exceeded (deficitgrens overschreden)
verschijnt.
Als de deficitverhoging meer dan 300 ml/min. bedraagt, klinken er drie alarmsig-
nalen en verschijnt de melding High Fluid Loss Check Leakage (hoog vloeistofver-
lies; controleer op lekkage). Als er geen duidelijke oorzaak voor het hoge
vloeistofverlies kan worden vastgesteld, moet de patiënte worden onderzocht op
een mogelijke cervix- of uterusperforatie.
Er klinken vijf korte alarmsignalen en de melding Motor Error (motorfout) ver-
schijnt. Fouten kunnen ook optreden tijdens het opstarten, voordat de pompdis-
play is geactiveerd. In die gevallen blijft de pompdisplay leeg.
Veiligheidsfuncties
Werkelijke
intra-uteriene
10 mmHg boven instelling van de intra-ute-
riene streefdruk
Werkelijke intra-uteriene druk > 150 mmHg
Werkelijke intra-uteriene druk > 200 mmHg
Slangset-installatie controleren
Fout in het drukmeetsysteem
Weegsysteem overbelast
Weegsysteem tijdens bedrijf be-/ontladen
Drukinstelling bij opnieuw inschakelen
Deficitgrens
Deficitverhoging > 300 ml/min
Ernstige systeemfout
druk
ligt
NL
27