moet worden. Dit is afhankelijk van de bewegingsmogelijkheden van de pa-
tiënt. Bij laterale positionering van het scharnierdeel met trekblokkering is
de trekbandage gemakkelijker te sturen. Daarom verdient laterale montage
de voorkeur.
Doordat de scharnierplaat zich aan de kant van de onderarm bevindt (afb.
4, pijl), kan het nodig zijn de stangen om te bouwen.
• Draai hiervoor eerst de twee vrij toegankelijke bouten los en haal het
stangdeel 16Y29 uit de geleiding.
• Verwijder de afdekkap (afb. 5/6).
• Draai het gedemonteerde stangdeel 180° om de lengteas en monteer
het vervolgens weer (afb. 7).
• Draai de bouten om en om aan tot de stang spelingvrij in de drager wordt
geleid. Bij een te groot aanhaalmoment treedt er wrijving in het scharnier
op, waardoor het sterker slijt.
• Demonteer hierna het tweede stangdeel 16Y29 (afb. 7) en bouw het
180° gedraaid – zoals hierboven beschreven – weer in.
Bouw de tweede stang op dezelfde manier om.
INFORMATIE
Het aanhaalmoment van de bouten bedraagt 2,5 Nm tot 3 Nm (afb.
7/8). Gebruik voor het aandraaien van de bouten momentsleutel 710D6.
LET OP
Storingen in de werking van het scharnier. Gebruik voor de bouten
geen schroefdraadborging. Wanneer u dit toch doet, is het mogelijk dat
het scharnier niet goed functioneert.
4.2 Montage
12R5
• Draai de platkopschroeven 501S35=M4x6 los (afb. 8). Maak vervolgens
de ingietring los van het modulaire armprothesedeel.
• Teken de contour van de ingietring na (afb. 9).
• Slijp het schuimstof vormdeel af tot aan de contour van de ingietring.
Ottobock | 69