5.1.16 Afmetingen van het apparaat:
(L x B x H)= 275 x 105 x 51 mm.
Gewicht = 534 gram.
5.1.17 De veiligheidsmeetsnoeren zijn uitgevoerd in een 4 mm. stekertechniek.
De meegeleverde meetsnoeren zijn zonder meer geschikt voor de voor
de BENNING CM 7 genoemde nominale spanning en stroom.
5.1.18 Maximale opening van de stroomtang: 53 mm.
5.1.19 Maximale diameter van de stroomleiding: 51 mm.
6. Gebruiksomstandigheden
-
De BENNING CM 7 is bedoeld om gebruikt te worden voor metingen in
droge ruimtes.
-
Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m. maximaal.
-
Categorie van overbelasting/installatie:
IEC 60664-1/ IEC 61010-1 → 600 V categorie IV, 1000 V categorie III
-
Beschermingsgraad stofindringing: 2.
-
Beschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529),
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); Bescherming tegen binnendringen
van stof en vuil > 2,5 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen
stof/ vuil). Het tweede cijfer (0); Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer
is waterdichtheid).
-
Werktemperatuur en relatieve vochtigheid:
Bij een werktemperatuur van 0 °C tot 30 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 80 %.
Bij een werktemperatuur van 31 °C tot 40 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 75%.
Bij een werktemperatuur van 41 °C tot 50 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 45 %.
-
Opslagtemperatuur: de BENNING CM 7 kan worden opgeslagen bij
temperaturen van - 20 °C tot + 60 °C met een relatieve vochtigheid van de lucht
< 80 %. Daarbij dienen wel de batterijen te worden verwijderd.
7. Elektrischegegevens
Opmerking: de nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven als som van:
-
een relatief deel van de meetwaarde
-
een aantal digits.
Deze nauwkeurigheid geldt bij temperaturen van 18 °C tot 28 °C bij een relatieve
vochtigheid van de lucht < 80 %.
7. Meetbereikvoorgelijkspanning
De ingangsweerstand bedraagt 1 M.
Meetbereik
400 V
1000 V
7.2 Meetbereikvoorwisselspanning
De ingangsweerstand bedraagt 1 M parallel aan 100 pF.
Meetbereik
400 V
750 V
*
De meetwaarde wordt als echte effectieve meetwaarde (True RMS,
1
AC-koppeling) gemeten en aangeduid. De meetnauwkeurigheid is
gespecificeerd voor een sinusvorm in relatie tot de maximale meetwaarde
evenals voor een niet sinusvormige curvevorm tot 50 % van de maximale
meetwaarde.
Bij niet sinusvormige curvevormen wordt de aanduidingswaarde minder
nauwkeurig. Zo bestaat voor de volgende Crest-factoren een extra
foutmarge:
Crest-factor van 1,4 tot 2,0 extra foutmarge + 1 %
Crest-factor van 2,0 tot 2,5 extra foutmarge + 2,5 %
Crest-factor van 2,5 tot 3,0 extra foutmarge + 4 %
*
Daar bovenop nog een extra foutmarge van ± 4 digits voor meetwaarde
2
< 15 % van de meetbereikzendwaarde.
11/ 2006
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
0,1 V
± (0,7 % meetwaarde + 2 digits)
1 V
± (0,7 % meetwaarde + 2 digits)
Nauwkeurigheid v/d meting
Resolutie
0,1 V
± (1 % meetwaarde + 5 digits)
1 V
± (1 % meetwaarde + 5 digits)
B ENNING CM 7
bij 50 Hz - 500 Hz
Beveiliging tegen
overbelasting
750 V
750 V
Beveiliging tegen
*1*2
overbelasting
750 V
750 V
eff
eff
eff
eff
60