2 2 0
C E F A R T E N S
Stimulatie met gemengde frequentie wordt ook Han-stimulatie genoemd (3 seconden met
2 Hz en 3 seconden met 80 Hz). Stimulatiefrequenties wisselen elke drie seconden, wat een
P5
combinatie van hoog- en laagfrequente stimulatie oplevert. Hierdoor kan de behandeling
effectiever worden. Plaats de elektroden zoals u zou doen voor laagfrequente stimulatie –
op een spier in het pijnlijke gebied.
Programma 6 is speciaal ontworpen voor het behandelen van acupunctuurpunten
in een neuromodulatie-modus. Voor misselijkheid plaatst u de zwarte elektrode
op acupunctuurpunt PC6 (binnenkant van de pols) en de rode elektrode op
P6
acupunctuurpunt TE5 (buitenkant van de pols). Voor pudendale pijn en voor
incontinentiebehandeling plaatst u de elektrode op de SPE-zenuw op het mediale deel
van de enkel.
Gebruik altijd 2 kanalen en 4 elektroden met programma 7. Een gemoduleerde
pulsduurstimulatie wordt verkregen, maar aangezien de kanalen afwisselend actief
P7
zijn, wordt een masserend pompeffect ervaren. Plaats de elektroden zoals voor
hoogfrequente stimulatie wanneer een pijnstillend en masserend effect gewenst is.
Toename van de spanning in samengetrokken spiervezels heeft verdrukking van het
capillaire netwerk tot gevolg. Dit veroorzaakt een afname van de bloedstroom en een
geleidelijke accumulatie van zure metabolieten en vrije radicalen. Zonder behandeling
bestaat het risico dat de contractuur chronisch wordt en dat er geleidelijk echte atrofie
van het capillaire netwerk voorkomt. Naast het algemene effect van toenemende
P8
endorfineproductie in de hypothalamus, die de pijnperceptiedrempel verhoogt, is er een
belangrijk gelokaliseerd effect. De 5 spiertrekkingen die elke seconde door stimulatie
worden opgewekt, produceren aanzienlijke hyperemie, die de zuurmetabolieten en
de vrije radicalen afvoert die zich hadden opgehoopt in de chronisch samengetrokken
spiergebieden.
Het principe is om een belangrijke toestroom van tactiele gevoeligheid te veroorzaken
om de invoer van pijnimpulsen bij hun terugkeer naar de achterhoorn van het
ruggenmerg te beperken. Daarvoor moeten we de gevoeligheidsvezels op de huid van
P9
het pijnlijke gebied stimuleren. Om dit te doen, moeten we een frequentie gebruiken die
gelijk is aan de operationele frequenties voor de tactiele gevoeligheidszenuwvezels die
tot 100 Hz kunnen oplopen.
Een spier die normaal wordt geïnnerveerd, neemt snel af in volume na een periode
van immobilisatie of verminderde beweging als gevolg van pijn of van een beperkt
P10
bewegingsbereik. Deze afname is afhankelijk van de mate en de duur van het functionele
tekort. Vooral langzame vezels (type I) worden aangetast door onbruik-atrofie.
In de programmeermodus kunt u een aangepast programma maken en uw eigen
P11-P15
parameters selecteren.
N L