80 % van het gewicht van de lading (0,8 FG)
■ ■
bij remmen / in rijrichting.
50 % van het gewicht van de lading (0,5 FG)
■ ■
bij het accelereren / naar achteren
50% van het gewicht van de lading (0,5 FG)
■ ■
bij het zijdelings zwenken.
(Voor voertuigen tot 3500 kg. geldt 0,6 FG)
Massa: deze krachten zet de lading bij het remmen, het
accelereren en sturen, onbedoeld in beweging.
Gewicht: Drukt de lading, door de zwaartekracht, naar de
bodem van het voertuig.
Wrijving: Is de kracht die optreedt tussen 2 op elkaar
liggende oppervlakken. Hoe ruwer het oppervlak, des te
groter is de wrijvingskracht. De wrijvingskracht verzet zich
tegen de beweging van de lading. Een hoge wrijvings-
kracht tussen de ladingsdelen ondersteunt de ladingzeke-
ring middels spanbanden, vastzetrails enz. De wrijvingsco-
efficiënt wordt aangeduid met de eenheid μ D.
De wrijvingskracht wordt verkregen door vermenigvuldi-
ging van de wrijvingswaarde met het gewicht.
Zekeringskracht, is de kracht die de vastzetmiddelen
moeten kunnen dragen om het kantelen of schuiven
van de lading te voorkomen. (massa tov wrijving)
1 DekaNewton = (daN), staat voor 1 kg., een lading met
een massa van 1000 kg geeft een druk op het laadvlak van
het voertuig van ca. 1000 daN
60