4 Gebruik
INFORMATIE
►
De dagelijkse draagtijd en de periode dat het product moet worden gedragen, worden
gewoonlijk bepaald door de arts.
►
De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat te gebeuren
onder begeleiding van een vakspecialist.
►
Leer de patiënt hoe hij het product moet gebruiken en onderhouden.
►
Wijs de patiënt erop dat hij onmiddellijk een arts moet raadplegen, wanneer hij bijzonde
re veranderingen bij zichzelf constateert (bijv. verergering van de klachten).
4.1 Maatkeuze
1) Meet de tailleomvang ca. 2 cm boven de bekkenkam.
2) Bepaal de orthesemaat (zie de maattabel).
4.2 Aanpassen
>
De patiënt staat.
>
De clipsluitingen van de thoracale steun zijn geopend.
>
De klittenbandsluitingen van de buikriem zijn geopend.
>
De trekkabel is volledig ontspannen.
1) Plaats de rugplaat van de orthese in het midden en hang de riemen over de schouders (zie
afb. 1).
2) Optioneel: pas de hoogte van de buikriem aan. Maak daarvoor het klittenband van het
"Mechanical Advantage Pulley System" los van de rugplaat en breng het op de gewenste
positie aan (zie afb. 2).
INFORMATIE: Let op dat u het klittenband aan weerszijden op dezelfde hoogte beves
tigt.
3) Optioneel: verwijder de beide zijplaten.
4) Plaats de buikplaat in het midden en sluit de buikriem (zie afb. 3).
5) Trek de veerknop naar buiten en stel de hoogte van de thoracale steun zo in, dat de pelotten
aansluiten onder het sleutelbeen (zie afb. 4).
6) Optioneel: buig de stang van de thoracale steun om deze aan te passen (zie afb. 5).
7) Sluit de clipsluitingen en stel de lengte van de riemen in (zie afb. 6).
8) Optioneel: open het Y-vormige klittenband en kort de lengte van de riemen in (zie afb. 7).
4.3 Aanbrengen
VOORZICHTIG
Direct huidcontact met het product
Huidirritaties door wrijving of transpiratievorming
►
Draag het product niet direct op de huid.
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
►
Zorg ervoor dat de orthese correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zit
ten.
Ottobock | 29