Stap 1 - Bevestig Het Paneel; Stap 2 - Controles Vóór Ingebruikname - FireClass FC501 Guía Rápida De Instalación

Ocultar thumbs Ver también para FC501:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

STAP 1 - Bevestig het paneel

+
Opmerking: Het bedieningspaneel is niet weerbe-
stendig. Controleer of de locatie binnen is, en dro-
og en vrij is van overmatig stof. Het deksel van de
brandmeldcentrale moet volledig open kunnen; het
deksel moet kunnen worden verwijderd zodat de
binnenkant van de brandmeldcentrale vrij komt.
Werk voorzichtig door de volgende stappen.
1. Verwijder de twee schroeven en open het bedie-
ningspaneelkabinet. Til het deksel van de bodem
om het van de achterplaat te scheiden.
2. Plaats de achterplaat op de geselecteerde muur en
markeer de punten voor de boorgaten met de juiste
buisvormige waterpas. Voor een veilige bevesti-
ging dienen alle aanwezige sparingen te worden
benut bij gebruik van bijzonder zware batterijen
(12 Ah).
!
Controleer op waterleidingen en elektrische
bedrading voordat u gaat boren.
3. Boor de gaten en steek de pluggen er in.
4. Verwijder indien nodig de uitbreuk poorten .
!
De kabelbuisunit met het kabinet moet met
FB30 Vlamklasse (of hoger) borgmoeren wor-
den bevestigd.
5. Alvorens het bevestigen van de achterplaat van de
brandmeldcentrale, moet de FC500IP module wor-
den geïnstalleerd zoals beschreven in de installa-
tiehandleiding van het FC501 paneel.
6. Trek de gekanaliseerde onderbaankabels door de
kabelingang en voor de voedingskabel, en bevestig
dan de achterplaat aan de muur met de an-
kerschroeflocaties.
7. Zorg ervoor dat al het vuil uit de behuizing is verwij-
derd.
!
U kunt onder op de laatste pagina van de han-
dleiding het identificatielabel van de SW-zones
uitknippen en deze vervolgens in de slurf van
de Gebruikersinterface steken (zie Installateur-
handleiding op pagina 15 en pagina 38).
STAP 2 - Controles vóór ingebruikname
U zult tijdelijke aansluitingen moeten maken zodat u de
bedradingen op continuïteit, isolatie enz. kunt testen.
1. Geleid de lusbedrading rond het gebouw en verbind
de bedrading van de detectorsokkels volgens het
systeemplan/ontwerp. Geleid andere benodigde be-
dradingen voor bijkomende modules. Duidelijk de " + "
en " - " geleiders labelen. Sluit deze aan op de overe-
enkomstige polen van de detectorsokkels. Daar
waar afgeschermde kabels zijn gebruikt en geen
aarde-aansluitingen aanwezig zijn op het element,
dienen de lusschermaansluitingen met de kroon-
stenen te worden verbonden om de integriteit van
de lusaarde te handhaven. Bevestig in deze fase
geen draad in een isolatorbasis en module of plaats
geen detectoren, om te voorkomen dat deze items
bij het uitvoeren van een hoogspanning-isolatie-
controle beschadigd raken. Gebruik poolblokcon-
nectoren voor elke tijdelijke aansluiting om
continuïteit te behouden. Details voor het bedraden
van individuele elementen zijn met de items zelf in-
begrepen. Voor in deze fase nog geen laatste aan-
sluitingen maken aan het bedieningspaneel omdat
u de bedrading moet testen en toegang nodig hebt
om de draaduiteinden te kunnen meten.
2. Op het bedieningspaneel voert u de kabels door de
juiste uitbreekpoorten. Gebruik zo nodig pak-
kingsbussen. Laat een behoorlijk deel (staart) van
de draad over.
3. Sluit de lusdraaduiteindes aan op de aansluitblok-
ken. Plaats deze los in de behuizing (om te voorko-
men dat per ongeluk aansluitingen etc. worden
gemaakt met het paneel voordat de controles zijn
uitgevoerd).
4. Als een conventioneel sirenecircuit wordt toege-
past, controleer dan of de juiste polariteit wordt
aangehouden. Alle elementen beschikken over de
juiste polariteit en de 2k7 eindweerstand is aange-
bracht in het laatste element van het circuit.
!
WAARSCHUWING - Kans op schade aan ele-
menten. Voor het gebruik van een hoogspan-
ningsisolatietester, zorgt u ervoor dat geen
elementen op het circuit zijn aangesloten die
eventueel kunnen worden beschadigd. Dit be-
treft alle isolatorsokkels en bijkomende modu-
les.
5. Zorg ervoor dat de isolatiecontrole, de kabelweer-
standscontrole en alle anderen noodzakelijke con-
troles voldoen aan de geldende plaatselijke wetten.
+
Opmerking: zorg ervoor dat het lichtnet geaard is
verbonden met de veiligheidsmassabalk die zich
bevindt boven op de achterplaat van het paneel.
NEDERLANDS
45

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido