STAP 3 - Installeer de accu's
!
WAARSCHUWING De standby-accu kan een
gevaarlijke hoge stroom leveren die letsel of
schade aan apparatuur kan veroorzaken wan-
neer u aan het paneel werkt. Let erop dat u niet
per ongeluk de accupolen kortsluit.
In het FC501-L bedieningspaneel bevinden zich twee
12V, 7Ah of maximaal 12Ah accu's; bovendien kan het
FC501-H en FC501-HK
aangesloten op twee 12V, 12Ah of 38Ah in een externe
metalen doos voor voeding tijdens een stroomstoring.
1. Zoek naar de backup-accu's in de behuizing aan de
onderkant van de achterplaat (twee 12V, 7Ah of
12Ah):
- Bevestig de accu's met de plastic riemen aan de
achterplaat van het paneel met de juiste opening;
- Gebruik de verbindingsdraad (meegeleverd) om
de accu's in serie te plaatsen.
- Let op de polariteit van de accu. Sluit de accupo-
len aan op de polen -BAT+ op hoofdbord (draden
meegeleverd).
2. Het FC501 bedieningspaneel ondersteunt de KST
thermische sonde. De sonde optimaliseert het
oplaadproces van de accu door de oplaadspanning
te verstellen in overeenstemming met de accutem-
peratuur.
3. Sluit de sonde aan op de toegewijde connector op
de gestabiliseerde oeding. Bevestig de sonde aan
een van de accu's op een dusdanige manier dat
een optimale warmteoverdracht wordt verkrijgen.
4. Plaats een etiket op de accu's met de huidige da-
tum.
STAP 4 Ingebruikname
De volgende fase is ingebruikname. Dit omvat het configu-
reren en het testen van het systeem. Een uitvoerige
testprocedure kan niet worden verstrekt. Dit is omdat het
testen moet voldoen aan de plaatselijke voorschriften.
Plaatselijk verschillen ook zaken met betrekking tot het
systeemontwerp. Dit betekent dat de tests individueel moe-
ten worden gepland om te voldoen aan de specifieke plaat-
selijke normen. In plaats van een uitgebreide testprocedure
biedt dit hoofdstuk richtlijnen in de vorm van een voorbe-
eldprocedure. Zie voor details van de bedieningsfuncties
van het bedieningspaneel de bedieningspaneelhandlei-
ding.
n Controles van het paneel
1. Bekrachtig de voeding voor het bedieningspaneel.
2. Het paneel wordt max. 10 sec. geinitialiseerd.
46
bedieningspaneel worden
3. De interne zoemer kan nu afgaan om u te waarschu-
wen wanneer er storingen zijn. Om de zoemer stil te
zetten drukt u op de toets Zoemer afstellen
de gebruikersinterface drukt u op de ESC toets om te-
rug ter keren naar de HOOFDPAGINA in het menu.
4. Begin paneelcontroles uit te voeren.
5. Gebruik op het bedieningspaneel de toets LAMP
testen
; alle led's branden en de zoemer geeft
een ononderbroken geluidssignaal af.
6. Controleer de helderheid en het contrast van het
LCD-scherm (zie HOOFDPAGINA gebruikershan-
dleiding pagina 8, 9):
OMHOOG toets: verhoog de helderheid van het
LCD-scherm;
OMLAAG toets: verlaag de helderheid van het
LCD-scherm;
Rechtertoets: verhoog het contrast van het
LCD-scherm;
Linkertoets: verlaag het contrast van het LCD-scherm.
7. Stel de Datum en Tijd in (Gebruikersinterface).
+
Bij de eerste keer opstarten vraagt het paneel naar
de datum en tijd (deze stap is belangrijk om de con-
sistentie van het logbestand te waarborgen).
Later:
Ø Druk op de toets 3 voor de modus WIJZIGEN.
Ø Voer de standaard Gebruikerspincode in (11111),
elk cijfer wordt gemaskeerd door een *(sterretje).
Voer de standaard Installateurspincode in (00000),
elk cijfer wordt gemaskeerd door een *(sterretje).
Ø Selecteer optie 4, TIJD en DATUM
Ø Het alfanumerieke toetsenpaneel wordt gebruikt
om de Tijd en Datum in te voeren.
Ø Druk op de Rechter toets om de volgende waarde
in te voeren of te wijzigen;
Ø Druk op de Linker toets om de vorige waarde in te
voeren of te wijzigen;
Ø Druk op de ENTER toets om de Tijd en Datum te
bevestigen.
Ø Druk op de ESC toets om terug te keren naar de vo-
rige Pagina.
8. Stel de taal van de Gebruikersinterface in.
+
Bij de eerste keer opstarten vraagt het paneel naar
de taal van het Gebruikersinterface, druk op de pij-
ltoetsen om de taal te selecteren en druk vervol-
gens op ENTER.
Later:
Ø Druk
op
PROGRAMMEER.
Ø Voer de standaard Installateurspincode in (00000),
elk cijfer wordt gemaskeerd door een *(sterretje).
9. Selecteer optie 8: SYSTEEM; TAAL: Pagina voor
systeemtaalkeuze.
FC501
de
toets
1
voor
. Op
de
modus
FC501