STARTEN - GEBRUIK - UITSCHAKELEN MOTOR
4. Activeer de gashendel (2) en houd hem in zijn stand
met behulp van de knop van de beperker (7 - indien
voorzien).
5. Houd de machine stevig tegen de grond met een
hand op de motor, om de controle ervan niet te ver-
liezen tijdens het starten (Afb. 8).
BELANGRIJK
men, dient de aandrijvingsbuis niet gebruikt te worden
als steun voor de hand of de knie tijdens de start.
6. Draai langzaam de startknop 10-15 cm tot u een ze-
kere weerstand gewaarwordt. Geef dan enkele ke-
ren een stevige ruk tot de machine in gang schiet.
BELANGRIJK
breekt, wordt er niet over de gehele lengte aan getrok-
ken. Laat het touw niet langs de rand van de opening van
de touwgeleider schuren en laat de knop geleidelijk aan
los, om te voorkomen dat het touw op ongecontroleerde
wijze naar binnen schiet.
7. Trek opnieuw aan de startknop tot de motor normaal
in gang komt.
LET OP!
ingeschakelde starter en/of beperker (indien voor-
zien) veroorzaakt de beweging van de snij-inrich-
ting, die alleen onderbroken kan worden door ze uit
te schakelen.
8. Zodra de motor gestart is, moet de starter uitge-
schakeld worden door de hendel (2) in de stand
«ON» te draaien.
9. Schakel de beperker uit (7 - indien voorzien) door
even de gashendel (2) te activeren.
10. Laat de motor minstens 1 minuut op het mini-
mumtoerental draaien vooraleer de machine te
gebruiken.
BELANGRIJK
herhaaldelijk bediend wordt met de starter ingescha-
keld, kan de motor vastlopen en de start bemoeilijkt wor-
den.
Indien de motor vastloopt, de bougie demonteren en
voorzichtig aan de knop van het starttouw trekken om de
overtollige brandstof te verwijderen; vervolgens de
elektrodes van de bougie afdrogen en de bougie weer
monteren op de motor.
• Start bij warme motor
Voor de start bij warme motor (onmiddellijk na de uit-
schakeling van de motor), volg de punten 1 - 5 - 6 - 7 van
de vorige werkwijze.
Om vervormingen te voorko-
Om te voorkomen dat het touw
Het starten van de motor met
Indien de knop van het starttouw
GEBRUIK VAN DE MOTOR (Afb. 7)
De snelheid van de snij-inrichting wordt geregeld met de
versnellingsknop (2) op de achterste handgreep (4) of de
rechterhandgreep (4a) van de handgreep.
De versnelling kan alleen ingeschakeld worden wan-
neer gelijktijdig op de vergrendeling (3) geduwd wordt.
De beweging wordt van de motor overgedragen op aan-
drijfas, door middel van een koppeling met centrifugaal-
gewichten die de beweging van de as verhindert wan-
neer de motor op het minimaal toerental draait.
LET OP!
de snij-inrichting op het laagste toerental van de
motor draait; neem in dit geval contact op met uw
verkoper.
De correcte werksnelheid wordt bekomen door de ver-
snellingsknop (2) volledig in te duwen.
BELANGRIJK
uren van de machine, wordt vermeden de hoogste toe-
rentallen te gebruiken
UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (Afb. 7)
Om de motor uit te schakelen:
– Laat de versnellingsknop los (2) en laat de motor en-
kele seconden draaien op het laagste toerental.
– Breng de schakelaar (1) in de stand «STOP».
LET OP!
minimumstand gezet werd, moet enkele seconden
gewacht worden vooraleer de snij-inrichting tot stil-
stand komt.
NL
Gebruik de machine niet als
Gedurende de eerste 6-8 werk-
Nadat de versnelling in de
9