Bediening en bedrijf
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen over de bediening en het
bedrijf van het apparaat .
Accu's opladen
♦
Plaats het apparaat op een egale en hittebestendige ondergrond .
♦
Vergelijk de technische gegevens met die van uw netstroom-exploitant .
In geval van overeenstemming sluit u het netsnoer aan op een stopcontact .
De LED's
voor gebruik .
♦
Zet de accu's in de oplaadvlakken
in de oplaadvlakken
OPMERKING
►
Er kunnen 1-6 accu's afzonderlijk worden opgeladen:
- 4 x type C of type D in de oplaadvakken
of
- 4 x type AA of type AAA in de oplaadvlakken
mend 2 x type 9 V-blok in de oplaadvlakken
♦
Nu begint de oplaadprocedure . De batterijlader heeft een LED
compartiment in het oplaadvak
geven de laadtoestand van de afzonderlijke accu's aan .
Gedurende de eerste 5 seconden voert de batterijlader een capaciteitssneltest uit:
LED-kleur
Groen knipperend
Rood knipperend
OPMERKING
►
Wanneer de LED
knippert, is de accu niet correct in het oplaadvak
♦
Als de capaciteit van de accu's is vastgesteld, begint het opladen .
TLG 500 B1
lichten één keer rood en groen op . De batterijlader is nu klaar
, totdat zij hoorbaar vastklikken .
Capaciteit van
Groen
Rood
van het oplaadvak
. Druk de accu's van het type 9 V-blok
1 t/m 4
1 tot 4 en bijko-
5 en 6 .
. De LED's
van de oplaadvakken
de accu
> 90 %
80 - 90 %
70 - 80 %
< 70 %
langer dan 5 seconden rood
voor elk
geplaatst of defect .
NL │ BE
│
■
49