043252 MONTAGEHANDLEIDING
NL
1.
Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen.
Eventueel aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2.
Demonteer bumper :
Verwijder 4 bouten aan de voorzijde en 4 bouten aan de onderzijde van de bumper.
Maak de connector van de sensoren los en verwijder de bumper.
3.
Demonteer binnenbumper (4 bouten en 2 moeren). De binnenbumper komt te vervallen.
4.
Verwijder de kunststof doppen aan de onderzijde van de chassisbalken.
5.
Boor aan de binnenzijde van beide chassisbalken, t.p.v. de gaten "D" en "F", de gaten
ø11 op naar ø20.
Voor de Fiat Ducato XL: boor de gaten met een boor ø11 volgens detail 1. Boor aan
de binnenzijde van de chassisbalken de gaten op naar ø20.
6.
Monteer de onderhaak "1" tegen het achterbord t.p.v de gaten "A" met 4 bouten M8x25,
sluitringen ø21x8,4x4 en veerringen en bij de gaten "B" met 2 bouten M8x25,
4 sluitringen, veerringen en moeren. Let op: indien het voertuig t.p.v. de gaten "A"
uitgerust is met M10 bevestigingsmaterialen, gebruik dan 4 bouten M10x35 of
M10x35x1,25, M10 sluit- en M10 veerringen
7.
Monteer onderdeel "2" aan de buitenzijde van de linker chassisbalk en monteer deze bij
gat "C" met bout M12x35, sluitring, veerring en moer.
Monteer bij gat "D" met bout M12x130, veerring, sluitring, moer, afstandsbus ø19x3
Lg=93 en carrosseriering.
8.
Monteer onderdeel "3" aan de buitenzijde van de rechter chassisbalk en monteer deze
bij gat "E" met bout M12x35, sluitring, veerring en moer.
Monteer bij gat "F" met bout M12x130, veerring, sluitring, moer, afstandsbus ø19x3
Lg=93 en carrosseriering.
9.
Monteer onderdeel "8", zowel links als rechts t.p.v. gat "G" met bout M12x50, incl. sluit-
en veerring.
10. Monteer onderdeel "9", zowel links als rechts t.p.v. gat "H" met bout M10x35, incl. sluit-,
veerring en moer.
11. Plaats onderdeel "4" in beide chassisbalken t.p.v de gaten "K" en "M".
12. Monteer onderdeel "5" bij gat "J" met bout M10x35, sluitring, veerring en moer en bij gat
"K" met bout M12x35 en veerring.
13. Monteer onderdeel "7" bij gat "M" incl. 2x onderdeel "6" met bout M12x60 en veerring en
bij gat "L" met bout M10x35, sluitring, veerring en moer.
14. Zet de trekhaak vast. Hierbij de aanhaalmomenten volgens tabel hanteren.
15. Maak een uitsparing in de bumper volgens detail 2.
16. Monteer de bumper met de middelste bevestigingspunten bij de gaten "N" met 2 bouten
M6x16, sluitringen, veerringen en moeren.
Monteer de bumper aan de auto met de bestaande bouten.
Maak de connector van de sensoren vast.
17. Monteer de stekkerdoosplaat t.p.v. gat "P" met 1 bout M12x35, incl. veerring en moer.
18. Monteer de kogel m.b.v. 2 bouten M16x50, veerringen en moeren
(afhankelijk van de gewenste kogelhoogte de bovenste of onderste 2 gaten gebruiken).
19. Zet de kogel vast. Hierbij de aanhaalmomenten volgens tabel hanteren.
043252 MONTAGEANLEITUNG
D
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen.
Im Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Den Stoßfänger demontieren:
Vier Schrauben an der Vorderseite und vier Schrauben an der Unterseite des Stoßfängers entfernen.
Die Kontaktleisten der Sensoren lösen und den Stoßfänger entfernen.
3. Den Innenstoßfänger demontieren (vier Schrauben und zwei Muttern). Der Innenstoßfänger wird nicht
mehr benötigt.
4. Die Gummiabdichtungen an der Unterseite der Chassisrahmen entfernen.
5. An der Innenseite der Chassisrahmen, an den Löchern "D" und "F", die Löcher ø11 auf ø20 bohren.`
Nur für FIAT Ducato XL: die Löcher ø 11 gemäß Detail 1 bohren. An der Innenseite der Chassisrahmen
die Löcher ø 11 auf ø20 bohren.
6. Den Querträger "1" mit vier Schrauben M8x25, Unterlegscheiben ø21x8,4x4 und Federringen an den
Löchern "A" und mit zwei Schrauben M8x25, Federringen, 4 Unterlegscheiben und Muttern an den
Löchern "B" gegen das Abschlußblech montieren.
Achtung: wenn das Fahrzeug mit Befestigungsmaterial M10 an den Löchern „A" montiert wurde,
müssen 4 Schrauben M10x35 oder M10x35x1,25, M10-er Federringe und M10-er Unterlegscheiben
benutzt werden.
7. Den Teil "2" an der Außenseite des linken Chassisrahmen legen und mit Schraube M12x35,
Unterlegscheibe, Federring und Mutter an Loch "C" und mit Schraube M12x130, Federring,
Unterlegscheibe, Mutter, Distanzbuchse ø19x3 Lg=93 und Karosseriescheibe an Loch "D" montieren.
8. Den Teil "3" an der Außenseite des rechten Chassisrahmen legen und mit Schraube M12x35,
Unterlegscheibe, Federring und Mutter an Loch "E" und mit Schraube M12x130, Federring,
Unterlegscheibe, Mutter, Distanzbuchse ø19x3 Lg=93 und Karosseriescheibe an Loch "F" montieren.
9. Den Teil "8", links und rechts, mit Schraube M12x50, Federring und Unterlegscheibe an Löch "G"
montieren.
10. Den Teil "9", links und rechts, mit Schraube M10x35, Federring, Unterlegscheibe und Mutter
an Löch "H" montieren.
11. Den Teil "4" in beiden Chassisrahmen an die Löcher "K" und "M" legen.
12. Den Teil "5" mit Schraube M10x35, Unterlegscheibe, Federring und Mutter an Loch "J" und mit Schraube
M12x35 und Federring an Loch "K" montieren.
13. Den Teil "7", einschließlich 2x Teil "6" mit Schraube M12x60 und Federring an Loch "M" und mit
Schraube M10x35, Unterlegscheibe, Federring und Mutter an Loch "L" montieren.
14. Die Anhängevorrichtung festziehen. Handhaben Sie hierbei die Anzugsmomente gemäß der Tabelle.
15. Einen Ausschnitt im Stoßfänger gemäß Detail 2 vornehmen.
16. Den Stoßfänger mit den mittelsten Befestigungspunkten mit zwei Schrauben M6x16, Unterlegscheiben,
Federringen und Muttern an den Löchern "N" montieren.
Den Stoßfänger mit den vorhandenen Schrauben auf das Fahrzeug montieren.
Die Kontaktleisten der Sensoren wieder befestigen.
17. Die Steckdosenhalteplatte mit 1 Schraube M12x35, Federring und Mutter an das Loch "P"
montieren.
18. Die Kugel mit zwei Schrauben M16x50, Federringen und Muttern montieren (abhängig von der
gewünschten Kugelhöhe die oberen oder unteren 2 Löcher benutzen).
19. Die Kugel festziehen. Handhaben Sie hierbei die Anzugsmomente gemäß der Tabelle.
9(14)