7.3
Buiten bedrijf stellen van het toestel
VOORZICHTIG
Tap het toestel en de installatie af, als de netspanning
is onderbroken en er kans is op bevriezing.
1.
Neem de steker uit de wandcontactdoos.
2.
Tap het toestel af met de vul-/aftapkraan.
3.
Tap de installatie af op het laagste punt.
4.
Sluit de hoofdkraan voor de koud- en warmwatertoevoer naar het toestel.
5.
Tap het toestel af door de tapwater koppelingen onder het toestel los te nemen.
6.
Ledig de sifon.
7.3.1
Vorstbeveiliging
•
Om bevriezing van de condensafvoer leiding te voorkomen, moet het toestel in een
vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden.
•
Om bevriezing van het toestel te voorkomen is het toestel voorzien van een vorstbeveiliging. Als de temperatuur van de warmtewisselaar te laag
wordt schakelt de ketel in tot de warmtewisselaar is opgewarmd..Als de mogelijkheid bestaat dat de installatie (of een deel daarvan) kan
bevriezen, moet er op de koudste plaats een (externe) vorstthermostaat op de retourleiding aangebracht worden. Deze dient volgens het
elektrisch schema aangesloten worden (zie § 0).
Opmerking
Indien een (externe) vorstthermostaat in de installatie is aangebracht en op het toestel
aangesloten, is deze niet actief als het toestel op het bedieningspaneel is uitgeschakeld (
-
op het service display).
Indien een (externe) vorstthermostaat in de installatie is aangebracht en op het toestel
aangesloten, is deze niet actief als het toestel op het bedieningspaneel is uitgeschakeld (
service
display).
-
op
38