8.1.2 Hakhoogte met de Cockpit App instellen
Product
MyModes
Functies
Hakhoogte
Opties
Status
Algemeen
Componenten beheren
Colofon/info
8.2 Bewegingspatronen in de basismodus (modus 1)
8.2.1 Staan
De intuïtieve stafunctie herkent die situaties waarin de prothese in de standfa
se stil wordt gehouden. De prothese stabiliseert de gebruiker doordat hij ver
hindert dat deze naar voren kantelt.
Bij het afrollen naar voren of door het optillen van de prothese van de grond
wordt automatisch weer naar de loopfunctie gewisseld. De intuïtieve stafunctie
wordt automatisch verlaten.
Bij het blijven staan vanuit het lopen, moet het been onder het lichaam worden
geplaatst en gestrekt worden, resp. moet de hiel belast worden.
Tijdens het staan kan de ontlastingsfunctie worden gebruikt (zie pagina 281).
8.2.2 Lopen
De eerste keren dat er met de prothese wordt gelopen, moet dat altijd gebeu
ren onder leiding van een geschoolde vakspecialist.
In de standfase stabiliseert de prothese de gebruiker. Het afrolgedrag wordt
automatisch aangepast aan de loopsnelheid. In de zwaaifase wordt voorko
men dat de voorvoet omlaag beweegt om voldoende afstand tot de onder
grond te houden. Al voor het contact met de ondergrond wordt de demping
van de prothese aangepast om ervoor te zorgen dat de voet op aangename
wijze de ondergrond raakt en de voet snel met het volledige oppervlak op de
ondergrond rust.
278
1) Raak terwijl er verbinding is met de prothesecomponent en
de gewenste modus is ingesteld, in het hoofdmenu het sym
bool aan.
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
Wisselen
2) Raak de menu-optie "Hakhoogte" aan.
2. Golf
3) Volg de instructies op het beeldscherm op.
4) Raak de optie "Hakhoogte instellen" aan.
5) Volg de verdere instructies op het beeldscherm op.