Een nieuwe stimulator instellen
1
2
368
4
5
3
Apparaatinformatie invoeren
Ga als volgt te werk om een van de velden in het deel
Apparaatinformatie te bewerken:
Druk op het bijbehorende vak .
•
Er wordt onder aan het scherm een toetsenbord weergegeven
•
( 1 ) .
Voer de gewenste gegevens in .
•
De patiëntidentificatie moet uit ten minste 4 tekens bestaan .
•
NB Om beveiligingsrisico's voor gegevens te beperken, mag u niet de
naam van de patiënt als de patiëntidentificatie gebruiken .
De 'Remote Control ID' (Identificatie van de
•
afstandsbediening) moet het alfanumerieke serienummer
van 10 tekens zijn van de afstandsbediening die met de
stimulator wordt gekoppeld .
Druk op 'Set ID' (Identificatie instellen) ( 2 ) om de ingevoerde
•
identificatie op te slaan (het toetsenbord verdwijnt weer) .