Installatie
*P* brandt, de pomp moet nu werken en de bescherming van de
pomp moet worden ingeschakeld.
*P* knippert, de pomp moet in de tijdmodus zijn ingeschakeld en
werken en de bescherming van de pomp moet ingeschakeld zijn.
*S2* brandt wanneer de drukknop van de LED-lamp wordt
ingedrukt.
*L* brandt, de LED-lamp moet nu branden.
*L* knippert, de LED-lamp moet in de tijdmodus branden.
Foutmeldingen
*FL* brandt als er kortsluiting aanwezig is in de bedrading van de
LED lamp.
*FL* knippert als er een onderbreking van de bedrading is van de
LED lamp.
Opmerking: de foutmelding *FL* verschijnt alleen wanneer er
„LED lamp aan" staat. Dit segment kan ook in het normale geval
kort oplichten, d.w.z. zonder storing in het lichtcircuit, door de
stroomstoot van het inschakelen van de LED-verlichtingsmodule!
*FV* brandt bij overbelasting van de spanning voor de
microprocessor.
Groen en oranje LED op het display
groene LED brandt: voeding van de display beschikbaar [Volt].
oranje LED brandt: motorbescherming is uitgeschakeld
(overstroom).
Instellingen van de motorbescherming controleren.
Zekering op het display
zekering is verwisselbaar: 3,15 A T
Het uitwisselen van de zekering is alleen nodig wanneer de
groene LED [V] niet branden moet.
03|2020
NL 41