7 Montage
Alle contactbussen van de kabel en de 4 in1 Controllers LS dienen met siliconenvet 633F11 te
worden ingevet.
De overeenkomstige codeerstekker met de uitsparing aan de gewelfde zijde van de controller
insteken (afb. 5). Codeerstekker tot aan de aanslag insteken! De accu aansluiten.
Bij verwisselen van een codeerstekker moet men na het insteken van de nieuwe codeerstekker
de accu eruit halen en weer opnieuw insteken (spanningsonderbreking).
Anders werkt de 4 in1 Controller LS volgens de laatstgebruikte sturingsvariant.
Open-elektrode bij 2 (
) en Sluit-elektrode bij 1 (
) insteken. De aansluitkabel van de con-
tactplaat en de accu eveneens met de Controller verbinden (afb. 3).
Montage-adapter 711M50-1 in de contactplaat schuiven. De contactplaat hoorbaar in de in-
gietring vastklikken (afb. 4).
De Controller aan de buitenkoker fixeren met plakband.
8 sturingsvarianten en instellenvan de elektroden.
De meest optimale functie van de prothese wordt bereikt door een optimale instelling van de
elektroden. Dit is probleemloos mogelijk door gebruik te maken van de MyoBoy.
8.1 Dynamic Mode Control
Groene codeerstekker = Elektrohand links
Blauwe codeerstekker = Elektrohand rechts
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt met 2 elektroden 13E200 gestuurd.
De grijpsnelheid en de grijpkracht worden bepaald door de kracht van het spiersignaal.
Daardoor is de grijpbeweging in zekere zin fysiologisch en is het zacht vastpakken van breekbare
voorwerpen probleemloos mogelijk.
Instellen van de elektroden
Kies in het programma PAULA de gewenste programmavariant. Elke elektrode zou zo moeten
worden afgesteld, dat de patiënt het spiersignaal ongeveer 2 seconden lang net boven de waarde
HIGH kan houden (afb. 6).
8.2 Dynamic Mode Control Low Input
Gele codeerstekker = Elektrohand links
Violette codeerstekker = Elektrohand rechts
In tegenstelling tot de DMC-sturing wordt de maximale grijpsnelheid en de grijpkracht sneller
bereikt. Deze sturing mag alleen worden ingezet bij kinderen met een laag spierpotentiaal vanaf
ongeveer 20 µV.
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt met 2 elektroden 13E200 gestuurd.
De grijpsnelheid en de grijpkracht worden bepaald door de kracht van het spiersignaal.
Daardoor is de grijpbeweging in zekere zin fysiologisch en is het zacht vastpakken van breekbare
voorwerpen probleemloos mogelijk.
Instellen van de elektroden
Kies in het programma PAULA de gewenste programmavariant. Elke elektrode zou zo moeten
worden afgesteld, dat de patiënt het spiersignaal ongeveer 2 seconden lang net boven de waarde
LOW kan houden (afb.7).
9E369 / 9E370
34 | Ottobock