8.3 Digitaal b.v. EVO 1 (Electronic Voluntary Opening)
Witte codeerstekker = Elektrohand links
Rode codeerstekker = Elektrohand rechts
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt met 2 elektroden 13E200 gestuurd.
Vanaf een bepaalde hoogte van het spiersignaal opent en sluit de hand met een constante snelheid.
Sturing met één elektroden –EVO 1– (alleen in combinatie met 4 in1 Controller LS 9E369).
Om de hand nog makkelijker aan te sturen, b.v. voor kleine kinderen of al wat grotere kinderen,
die verschillende spiersignalen niet kunnen onderscheiden, heeft men EVO ontwikkeld.
Vanaf een bepaalde hoogte van het spiersignaal opent de hand zich met een constante snel-
heid en sluit na het beëindigen van het spiersignaal weer met constante snelheid. In normale
omstandigheden wordt de elektrode op de extensiemusculatuur geplaatst.
Wanneer alleen de flexoren over voldoende sterke spieractiepotentialen beschikken, dan kan
men hiervan ook gebruik maken om de elektrohand aan te sturen.
De elektrodenkabel dient in de 4 in1 Controller LS bij de elektrodenaansluiting 1 of 2 te worden
aangebracht.
Instellen van de elektroden
Kies in het programma AULA de gewenste programmavariant. Elke elektrode zo instellen, dat
de patiënt het spiersignaal gedurende 2 seconde, net boven de waarde ON kan houden (afb. 8).
8.4 EVO 2 (Electronic Voluntary Opening)
oranje codeerstekker=linker elektrohand
zwarte codeerstekker=rechter elektrohand
Voor een lichtere aansturing van de Elektrohand voor kleine kinderen, of kinderen die de ver-
scheidene spiersignalen niet kunnen differentiëren, werd EVO ontwikkeld.
Het openen van de Elektrohand 2000 wordt gestuurd door één elektrode 13E200. Hoe sterker
het spiersignaal is hoe sneller de elektrohand opent. Na het beëindigen van het myosignaal sluit
de motor de elektrohand automatisch.
In normale omstandigheden wordt de elektrode op de extensiemusculatuur geplaatst. Wanneer
echter alleen de flexoren over voldoende spieractiepotentialen beschikken, kunnen ook deze de
elektrohand aansturen.
Bij de EVO kan de grijpkracht door middel van een potentiometer worden ingesteld.
Aansluiten van de elektrode
De elektrodenkabel van de 4 in1 Controller LS dient ingestoken te worden in aansluitstekker 1
of 2 van de elektrode.
Instellen van de elektrode
Kies in het programma PAULA de gewenste programmavariant. EIke elektrode zou zo moeten
worden ingesteld dat de patiënt het spiersignaal gedurende 2 seconden net boven de waarde
LOW kan houden (afb. 7).
9E369 / 9E370
Ottobock | 35