De Pomp Installeren; Mechanische Installatie - Xylem LOWARA ESH ATEX Serie Manual De Instalación, Uso Y Mantenimiento

nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
4,5 kA of een soortgelijk apparaat.
•
Volgens ISO/IEC 80079-37 (clausule 6)
moet het veiligheidscircuit minimaal van
het veiligheidsniveau SIL 1 zijn: rust de
schakelkast uit met een
droogloopbeveiliging waar een
drukschakelaar, een vlotter, sensoren of
andere geschikte apparaten op
aangesloten moeten worden.
•
De volgende apparaten worden
aanbevolen voor gebruik aan de
aanzuigkant van de pomp:
– Wanneer de vloeistof uit een
watersysteem wordt gepompt,
gebruikt u een drukschakelaar.
– Wanneer de vloeistof uit een
opslagtank of reservoir wordt
gepompt, gebruikt u een
vlotterschakelaar of sensoren.
•
Wanneer gebruik gemaakt wordt van
thermische relais, wordt aanbevolen om
relais te gebruiken die gevoelig zijn voor
faseuitval.
Checklist motor
WAARSCHUWING:
• Controleer of het
bedieningspaneel en eventuele
controlesystemen geschikt zijn
voor installatie op de gekozen
locatie. De geldende regelgeving
is de Richtlijn 1999/92/EG-ATEX
137 betreffende de veiligheid en
de gezondheid van werknemers
die blootgesteld kunnen worden
aan het risico van explosieve
atmosferen.
•
Alle motoren die geleverd
worden met pomp of die door
de after-sales service van de
klant gemonteerd worden
moeten voorzien zijn van een
axiaal geborgd lager aan de
rechterkant.
OPMERKING:
• Gebruik alleen dynamisch
uitgebalanceerde motoren met een halve
spie in de asverlenging (IEC 60034-14) en
met een normale trilsnelheid (N).
• De netspanning en netfrequentie moeten
overeenkomen met de specificaties op het
typeplaatje.
Zie de handleiding van de motor voor
toleranties voor wat betreft de
stroomvoorziening en elektrische aansluitingen.
4.4

De pomp installeren

4.4.1

Mechanische installatie

Controleer het volgende voordat u gaat
installeren:
•
De ondergrond voor montage moet
uitgehard en volledig horizontaal en
waterpas zijn.
92
•
Let op de gewichtsaanduidingen.
De pomp installeren
Voor voorbeelden van horizontale installaties,
zie Afbeelding 15.
Controleer of de ondergrond geprepareerd is
conform de afmetingen in de
ontwerptekening/tekening van de algemene
opstelling.
Voor informatie over de pompvoet en
verankeringsgaten, zie Afbeelding 16.
1. Plaats de pomp stevig op de ondergrond
en zet de pomp waterpas met behulp van
een waterpas die op de afvoerpoort
geplaatst is.
De toegestane afwijking is 0,2 mm/m.
2. Verwijder de pluggen die de openingen
afsluiten.
3. Richt de pomp en de flenzen van de
leidingen aan beide kanten van de pomp
uit. Controleer de uitlijning van de bouten.
4. Maak de leidingen met bouten vast aan de
pomp. Forceer de leidingen niet tijdens het
vastmaken.
5. Gebruik zo nodig vulstukken ter
compensatie van de hoogte.
Plaats de vulstukken, indien deze er zijn,
meteen naast de linker- en rechterkant
van de fundatiebouten tussen de voet-
/fundatieplaat. Plaats voor een onderlinge
boutafstand (L) > 800 mm extra
vulstukken halverwege tussen de
boutgaten.
6. Zorg ervoor dat alle vulstukken goed gelijk
liggen.
7. Steek de fundatiebouten in de daarvoor
bestemde gaten.
8. Gebruik beton om de fundatiebouten vast
te zetten in de fundering.
9. Wacht totdat het beton goed uitgehard is
en zet de fundatieplaat daarna waterpas.
10. Draai de bouten in de ondergrond
gelijkmatig en stevig aan.
Opmerking:
•
Voor fundatieplaten wordt
geadviseerd om de fundatieplaat
met krimparme betonmortel aan te
brengen.
•
Als de overdracht van trillingen
storend is, dient u trillingsdempende
steunen tussen de pomp en de
fundering te plaatsen.
De pomp op een basisframe monteren
Controleer of de installatie aan de volgende
punten voldoet:
•
Stevig basisframe dat niet kantelt of trilt
tijdens de werking (resonantie).
•
De montageoppervlakken van de
pompvoet en de motor op het basisframe
moeten vlak zijn (machinaal bewerken
wordt aangeraden).
•
Er moet een veilige bevestiging van de
pomp en de motor worden gegarandeerd.
•
Er moet voldoende ruimte tussen de
pomp en de motoras overgelaten worden
afhankelijk van de koppeling die gebruikt