Digitale Codeschakelaar Motb En Proximity Lezer Voor; Ingang Stop; Diagnostiek; Signaleringen Van De Besturingseenheid - Nice X-Bar Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 63
8.3.3 - Digitale codeschakelaar MOTB en proximity lezer voor tran-
sponder kaarten MOMB
Het systeem Bluebus laat aansluiting van maximaal 4 digitale codeschakelaars
MOTB of 4 lezers van transponder kaarten MOMB toe.
Met MOTB is het mogelijk de automatisering aan te sturen door op het toet-
senbord één van de opgeslagen nummercombinaties in te voeren.
Met MOMB stuurt u de automatisering aan door de opgeslagen transponder
kaart eenvoudigweg voor de sensor te houden.
Deze inrichtingen zijn voorzien van een eenduidige code die gedurende de zel-
flering van alle aangesloten inrichtingen door de besturingseenheid wordt her-
kend en opgeslagen (zie paragraaf 4.4).
Op deze manier wordt iedere frauduleuze poging tot vervanging van een inri-
chting voorkomen en zal geen enkele onbevoegde persoon de automatisering
kunnen bedienen. Zie voor meer informatie de instructiehandleiding van MOTB
en MOMB.

8.3.4 - Ingang STOP

De functie van de ingang STOP is de lopende manoeuvre onmiddellijk te stop-
pen, gevolgd door een korte omkering. Op deze ingang kunnen de inrichtingen
met uitgang met normaal open contact "NA", normaal gesloten contact "NC",
OPTO SENSOR of inrichtingen met uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ
(contactlijsten) worden aangesloten. Gedurende de zelflering herkent de bestu-
ringseenheid het type inrichting dat is aangesloten en veroorzaakt een STOP
wanneer er zich een variatie ten opzichte van de aangeleerde status voordoet.
Door op de juiste wijze te werk te gaan, kunt u op de STOP-ingang meer dan
één inrichting aansluiten, ook van verschillende types:
• Er kunnen meerdere NA inrichtingen parallel worden aangesloten, zonder
beperking van de aantallen;
Led Bluebus
Uit
Aan
1 knippering per seconde
2 snelle knipperingen
Serie knipperingen, onderbroken door
een pauze
Led STOP
Uit
Aan
Led PP
Uit
Aan
Led OPEN
Uit
Aan
Led CLOSE
Uit
Aan
Led 1
Beschrijving
Uit
Bij normale functionering geeft dit aan dat "Automatische sluiting" niet actief is.
Aan
Bij normale functionering geeft dit aan dat "Automatische sluiting" actief is.
Knippert
• Programmering van de functies gaande.
• Als hij tegelijk met L2 knippert, betekent dit dat het nodig is de procedure voor zelflering van de inrichtingen uit te voeren
(zie paragraaf 4.4).
Snel knipperen
Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de aangesloten inrichtingen. Tegelijk geeft de
led "Bluebus" een diagnosesignalering: 5 knipperingen - pauze van 1 seconde - 5 knipperingen. In dit geval moet de procedure voor
zelflering van de inrichtingen worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.4).
Led 2
Beschrijving
Uit
Gedurende de normale werking geeft dit aan dat "Sluit na foto" niet actief is.
Aan
Gedurende de normale werking geeft dit aan dat "Sluit na foto" actief is.
Knippert
• Programmering van de functies gaande
• Als hij tegelijk met L1 knippert, betekent dit dat het nodig is de procedure voor zelflering van de inrichtingen uit te voeren
(zie paragraaf 4.4).
Snel knipperen
Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de afstandswaarden. Tegelijk geeft de led
"Bluebus" een diagnosesignalering: 5 knipperingen - pauze van 1 seconde - 5 knipperingen. In dit geval moet de procedure voor
zelflering van de openings- en sluitposities worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.5).
TABEL 14 - Led's van de klemmen op de besturingseenheid
Oorzaak
Storing
Ernstige storing
Alles OK
Er heeft zich een verandering van de
status van de ingangen voorgedaan
Diversen
Oorzaak
Activering van de ingang STOP
Alles OK
Oorzaak
Alles OK
Activering van de ingang PP
Oorzaak
Alles OK
Activering van de ingang OPEN
Oorzaak
Alles OK
Activering van de ingang CLOSE
TABEL 15 - Led's van de toetsen op de besturingseenheid
• Er kunnen meerdere NC inrichtingen in serie worden aangesloten, zonder
beperking van de aantallen;
• Er kunnen twee inrichtingen met uitgang met constante weerstand 8,2 K
parallel worden aangesloten; als er meer dan 2 inrichtingen zijn, moeten alle
richtingen "in cascade" worden aangesloten, met een enkele eindweerstand
van 8,2 KΩ;
• Ook is een combinatie van NA en NC mogelijk, door de 2 contacten parallel
te schakelen. In dit geval dient u een weerstand van 8,2 KΩ in serie te scha-
kelen met het contact NC; dit maakt ook de combinatie van 3 inrichtingen
mogelijk: NA, NC en 8,2 KΩ.
Let op – Indien de ingang STOP gebruikt wordt voor het aansluiten van inri-
chtingen met een veiligheidsfunctie, moeten dit inrichtingen met een uitgang
met constante weerstand 8,2 KΩ zijn of optische inrichtingen OPTO SENSOR,
die een afdoende niveau van beveiliging tegen storingen garanderen.
Voor de aansluiting van een inrichting van het optische type OPTO SENSOR
brengt u de aansluitingen tot stand zoals getoond op afb. 51: de maximum-
stroom die geleverd wordt op de 12 Vcc lijn bedraagt 40 mA.

8.4 - Diagnostiek

Bepaalde inrichtingen geven signaleringen af aan de hand waarvan de werkin-
gsstatus of eventuele storingen herkend kunnen worden.

8.4.1 - Signaleringen van de besturingseenheid

De led's van de klemmen en van de toetsen op de besturingseenheid (afb.
52) geven bepaalde signaleringen zowel om de normale werking als om even-
tuele storingen te signaleren. In Tabel 14 en 15 worden de oorzaak en oplos-
sing voor de verschillende signaleringen beschreven.
Oplossing
Controleer of er stroomtoevoer is, controleer of de zekeringen niet
in werking zijn getreden; als dit wel is gebeurd, de oorzaak van de
storing achterhalen en de zekeringen vervolgens vervangen door
andere exemplaren met dezelfde stroomwaarde.
Er is een ernstige storing opgetreden; probeer de besturingseenheid
enkele seconden uit te zetten; als deze status niet verandert, is er
een defect en dient de elektronische kaart vervangen te worden.
Normale werking van de besturingseenheid.
Dit is normaal bij een verandering van de status van één van de
ingangen: PP, STOP, OPEN, CLOSE, activering van de fotocellen
of wanneer de radiozender gebruikt wordt.
Dit is dezelfde signalering als op het knipperlicht van 1 seconde
(zie Tabel 15)
Oplossing
Controleer de inrichtingen die verbonden zijn met de ingang STOP
Ingang STOP actief
Oplossing
Ingang PP niet actief
Is normaal als de met de ingang PP verbonden inrichting
daadwerkelijk actief is
Oplossing
Ingang OPEN niet actief
Is normaal als de met de ingang OPEN verbonden inrichting
daadwerkelijk actief is
Oplossing
Ingang CLOSE niet actief
Is normaal als de met de ingang CLOSE verbonden inrichting
daadwerkelijk actief is
Nederlands – 13

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido