WANDREGELAAR VAN DE VENTILATOR
Schakel de stroom in en controleer de functie van de ventilator.
OFF positie – Ventilator is uitgeschakeld
3e positie – laag ventilatortoerental
2e positie – gemiddeld toerental ventilator Ventilatortoerental
1e positie – hoog toerental ventilator
Bediening van het licht
Tuimelschakelaar – on/off (aan/uit)
OMKEERSCHAKELAAR
Uw ventilator kan zowel vooruit als achteruit draaien.
OPMERKING: Wanneer de looprichting van de ventilatorbladen wordt gewijzigd, mag de ventilator in werking zijn.
De omkeerschakelaar bevindt zich op de motorbehuizing. Bij warm weer schuift u de schakelaar naar links.
Voor het gebruik bij koel weer schuift u de schakelaar naar rechts.
Warm weer (voorwaarts)
Een naar BENEDEN gerichte luchtbeweging zorgt voor een afkoeleffect. Als gevolg hiervan kunt u uw klimaatunit,
zonder dat u aan comfort inboet, warmer zetten.
Koel weer (terug zetten)
Een naar BOVEN gerichte luchtbeweging brengt de warmere lucht naar beneden. Als gevolg hiervan, kunt u uw
klimaatunit zonder dat u aan comfort inboet lager zetten.
BALANCERING / OPHEFFEN VAN PROBLEMEN BIJ VIBRATIE
Bedenk, dat – zelfs bij het zelfde model – geen plafondventilator op de andere lijkt. Sommige vibreren meer,
andere minder. Een bewegingsradius van enige centimeters is geheel acceptabel en is geen aanwijzing dat de
ventilator naar beneden zal vallen.
Hoewel de ventilatorbladen gewogen en naar gewicht worden ingedeeld, kan men vibratie niet geheel uitsluiten.
Dit is geen probleem. Omdat plafondventilatoren meestal niet strak worden gemonteerd is een beetje vibratie
gedurende de werking normaal.
Om de vibratie te verminderen kan het volgende worden gedaan:
1) Controleer of alle bevestigingsschroeven van de ventilatiebladen vast en veilig zijn bevestigd.
WERKING VAN DE PLAFONDVENTILATOR
71