mas s s s s
ma
ma
e e e e e
ma
ma
zeewaterpomp en de metalen onderdelen van de
koelinstallatie smeert.
- Koppel de startaccu los en bewaar hem op een droge
plaats (zie par. 6. 13)
- Koppel de zeewateruitlaatpijp los van het uitlaatspruitstuk
van de motor.
- Maak de zeewaterfilter schoon
- Sluit de zeewaterinlaatkraan
- Ledig het zeewaterreservoir
- Reinig en smeer de terugslagklep, indien geïnstalleerd
(siphon break)
6.15 Samenvattingstabel van de geprogrammeerde
ingrepen
HANDELING
Controleer het niveau van de motorolie ................................. 10
Controleer het niveau van de koelvloeistof .......................... 10
Spoor de aanwezigheid van eventuele olielekken op .......... 20
Spoor de aanwezigheid van eventuele brandstoflekken op.20
Spoor de aanwezigheid van eventuele vloeistoflekken op . 20
Regeling van de spanning van de V-snaren ........................ 100
Controleer de lading van de accu .......................................... 100
Reinig de brandstoffilter ......................................................... 200
Regel de snaarspanning ........................................................ 200
* Ververs de motorolie ............................................................ 200
Controleer het draaielement van de zeewaterpomp ............ 400
Controleer het toerental van de motor ................................... 400
Controleer de staat van de elektrische aansluitingen. ......... 400
Vervang de brandstoffilter .................................................... 400
* Vervang de oliefilter ............................................................. 400
Controleer de injectoren ......................................................... 400
Controleer de injectiefasen .................................................... 400
Regel de speling van de inlaat/uitlaatklep .............................. 400
Controleer de injectiepomp van de brandstof. ...................... 1000
Controleer het niveau van de elektrolytische vloeistof in de accu
maande ----------------------------------------------------------------- lijks
Reinig en deoxideer de metalen onderdelen ---------------- jaarlijks
Reinig de luchtfilter -------------------------------------------------- jaarlijks
Vervang volledig de koelvloeistof ------------------------------ jaarlijks
Vervang de zinkanodes ------------------------------------------- jaarlijks
* Voer de eerste ingreep uit na 50 uur, en de
daaropvolgende ingrepen volgens de voorziene intervallen.
NL
6.16 Tabel storingen
De startmotor draait maar de hoofdmotor start niet.
- Controleer of er brandstof in de tank is. (Bijvullen)
- Controleer of de elektromagnetische stopmagneet
ingeschakeld is. (Raadpleeg Technisch Centrum)
- Blaas de luchtbellen af die zich gevormd hebben in het
toevoercircuit. (Zie par. 4. 2)
De motorbeschermingsmodule wordt niet
ingeschakeld met de START-knop.
- Controleer of de thermische veiligheidsschakelaar [afb.
4, ref. 3] open is. (Herstel het contact m.b.v. de rode
drukknop [afb. 4, ref. 3] )
- Controleer de kabels en aansluitklemmen van de accu
en de elektrische aansluitingen. (Heraansluiten)
UUR
- Controleer de staat van de accu. (Laden of vervangen)
De stroomopwekkingsgroep valt stil tijdens de
bedrijfscyclus.
- Controleer of een controlemapje brandt dat duidt op de
inschakeling van een beveiliging. (Verwijder de oorzaak
en herstart)
- Controleer of er brandstof in de tank is. (Bijvullen)
De motor geeft veel rook af aan de uitlaat
- Controleer of het oliepeil de MAX-aanduiding niet
overschrijdt. (Bijvullen)
- Controleer of de groep niet overbelast is.
- Controleer de tarrage van de injectoren. (Raadpleeg
Technisch Centrum)
De motor loopt op onregelmatige wijze.
- Controleer de brandstoffilters. (Vervangen)
- Blaas de luchtbellen af die zich gevormd hebben in het
toevoercircuit. (Zie par. 4. 2)
De spanning van de wisselstroomdynamo is te laag.
- Controleer het toerental van de motor:
- Regel de spanningswaarde m.b.v. de elektronische
TAB. "B"
regelaar
- Spanningsregelaar defect (vervangen).
Startaccu leeg.
- Controleer het niveau van de elektrolytische vloeistof in
de accu. (Bijvullen)
- Controleer de werking van de wisselstroomdynamo.
- Controleer de staat van de accu
De stroomopwekkingsgroep staat niet onder
spanning.
- Controleer of de magnetothermische schakelaar [afb.4
ref.2 ] in de stand "ON" staat. Als deze handeling geen
positief gevolg heeft, contacteer een Geautoriseerd
Technisch Centrum
85
1560 rpm zonder aangesloten gebruikers op 50Hz
1860 rpm zonder aangesloten gebruikers op 60Hz
IS 21.5-23.5