9.2
FENCE SENSOR KOPPELEN
Met koppelen bedoelen we het proces van het verbinden
van twee apparaten. De Fence Manager kan worden
gekoppeld aan tot maximaal zes verschillende apparaten.
Elk apparaat heeft een eigen benaming.
Informatie
Wanneer alle posities bezet zijn, is het niet mogelijk
een nieuwe koppeling te beginnen.
1. Open
het
menu
overzichtsvenster of het detailvenster langer dan een
seconde ingedrukt te houden.
2. Kies met de pijltjestoetsen de menuoptie
en bevestig uw keuze door kort op de Enter-toets te
drukken.
3. Zet het schrikdraadapparaat in de koppelingsmodus.
Schakel daarvoor de Fence Sensor met de magneet
uit.
De led op de Fence Sensor knippert afwisselend
groen en rood.
4. Plaats de Fence Sensor in de onmiddellijke nabijheid
van de Fence Manager.
5. Kies
met
de
(
----- empty -----
6. Om uw keuze te bevestigen, drukt u kort op de Enter-toets.
De Fence Sensor wordt aan de Fence Manager gekoppeld en
in het display verschijnt
Na een geslaagde koppeling een venster weergegeven om de
Fence Sensor een letter toe te wijzen en de Fence Sensor, indien
gewenst, bij een schrikdraadapparaat in te delen (afb. 7).
Informatie
Het huis-symbool geeft aan dat het apparaat niet
ingedeeld is. Meer informatie over het indelen van
apparaten vindt u in paragraaf 9.3.
7. Om een nummer toe te wijzen, drukt u kort op de Enter-
toets en gebruikt u de pijltjestoetsen.
8. Bevestig uw invoer door kort op de Enter-toets te
drukken.
De Fence Sensor is aan de Fence Manager gekoppeld en wordt
in de lijst weergegeven (afb. 8).
9. Druk op de Exit-toets om terug te keren naar het vorige menu.
118
GEBRUIKSAANWIJZING VOSS.FARMING FENCE MANAGER FM10
door
de
Menu-toets
pijltjestoetsen
een
) in de lijst (afb. 5).
Pairing new device
in
het
Pairing
lege
plaats
(afb. 6).
Afb. 5
Afb. 6
Afb. 7
Afb. 8
41650 | 12 | 2020 | V2