Nederlands
Lange afstanden
Let op!
Transportschade
De gebruikte transportmiddelen
(bijv. transportvoertuig, laadoprit)
moeten volgens zoals bedoeld wor
den gebruikt. Zie hiervoor de bijbe
horende gebruiksaanwijzing). De
machine moet voor het transport
worden vastgezet zodat hij niet kan
wegglijden.
Gevaar voor het milieu door lekken
de brandstof.
Vervoer de machine niet in een ge
kantelde positie.
Het transportvoertuig klaarzetten.
De oprit aanbrengen bij
het transportvoertuig.
Duw de machine in de stationaire
toestand met de hand op het la-
advlak.
De parkeerrem activeren.
De machine vastzetten, zodat hij
niet kan wegglijden.
Reiniging/onderhoud
!
Gevaar
Verwondingsgevaar door onbedo
eld starten van de motor
Bescherm uzelf tegen verwondin
gen. Voor alle werkzaamheden aan
deze machine
– De motor uitzetten.
– De contactsleutel uit het contact
trekken.
– De parkeerrem activeren.
– Wacht tot alle bewegende onder
delen volledig tot stilstand zijn ge
komen. De motor moet afgekoeld
zijn.
– De bougiestekker van de motor
lostrekken, zodat onbedoeld star
ten van de motor onmogelijk is.
Let op!
Gebruik voor het reinigen geen ho
gedrukreiniger.
Reinigen
Opmerking
Reinig de machine na elk gebruik
grondig.
Zet de machine op een stevige
en vlakke ondergrond.
De parkeerrem activeren.
42
Maaiwerk reinigen
!
Gevaar
Verwondingsgevaar door scherpe
maaimessen.
Draag werkhandschoenen.
Reinig de maaigereedschappen
-
voorzichtig.
-
Let op!
Motorschade
Kantel de machine niet meer
dan 30°. Brandstof kan in de verb
-
randingsruimte lopen en tot motor
schade leiden.
-
Zet het maaiwerk helemaal omh-
oog.
Reinig de maairuimte met bors-
tel, handveger of doek.
Onderhoud
De onderhoudsvoorschriften in het
motorhandboek opvolgen.
Laat de machine aan het einde van
het seizoen nakijken en onder-
houden door een onderhoudsbedrijf.
Let op!
Gevaar voor het milieu
door motorolie
Lever na het verversen van de olie
-
de afgewerkte olie in bij een inza
melplaats voor afgewerkte olie of
-
een afvalverwerkingsbedrijf.
Gevaar voor het milieu door accu's
Lege accu's horen niet bij het huis
vuil. Lege accu's afgeven bij uw le
verancier of bij een
afvalverwerkingsbedrijf. Verwijder
de accu voordat u de machine naar
-
de sloop brengt.
-
Gebruik van een hulpstartkabel
!
Gevaar
Nooit een defecte of bevroren accu
-
met een hulpstartkabel overbrug
gen. Zorg dat de machines en de
kabelklemmen elkaar niet raken en
het contact van beide machines is
-
uitgeschakeld.
Rode hulpstartkabel aan de
pluspool (+) van de lege en de
hulpaccu vastklemmen.
Gebruiksaanwijzing zitmaaier
De zwarte hulpstartkabel eerst
aan de minpool (–) van de hul-
paccu vastklemmen. Maak ande-
re klem aan het frame van het
motorblok van het voertuig met
de lege accu vast (zo ver mogeli-
jk van de accu verwijderd).
Opmerking
Als de hulpaccu in een voertuig is in-
gebouwd, mag dit voertuig tijdens
het hulpstarten niet worden gestart.
Start het voertuig met de lege
-
accu en activeer de parkeerrem.
-
De klemmen van de hulpstartka-
bels in de omgekeerde volgorde
losmaken.
Bandenspanning
Let op!
De maximaal toegestane banden
spanning (zie zijkant van de band)
mag nooit worden overschreden.
Ga bij het oppompen van de ban
den niet voor of op de banden sta
an.
De geadviseerde bandenspanning
is:
Voor:
Achter:
Een te hoge bandenspanning ver-
mindert de levensduur van de ban-
-
den. De bandenspanning altijd
controleren voordat u gaat rijden.
Na 5 bedrijfsuren
Eerst motorolieverversing. Zie
-
het motorhandboek voor overige
-
intervallen.
Na 10 bedrijfsuren
Smeer alle draaipunten en lagers
(bedieningshendels, hoogte-in-
stelling van het maaiwerk, kop-
pelings- en rempedaal, ...) met
enkele druppels dunne olie.
Accupolen reinigen.
-
Elke 25 bedrijfsuren
Smeer de smeernippels van alle
mesassen, spanrollen en span-
rolhouders met vet type 251H
EP. Laat deze werkzaamheden
door een gespecialiseerd bedrijf
uitvoeren.
De tanden van de stuuroverbren-
ging met universeel vet smeren.
-
-
-
1,0 bar
0,7 bar