wege schade die voortvloeit uit het gebruik
van het apparaat dat niet overeenkomstig het
bedoelde gebruik is, zijn uitgesloten.
• Voor alle schade bij gebruik dat niet ove-
reenstemt met het bedoelde gebruik is alleen
de gebruiker aansprakelijk.
• Voor schade bij gebruik dat niet conform het
bedoelde gebruik is, is uitsluitend de gebrui-
ker aansprakelijk.
4. Opslag
Het apparaat moet onder de volgende
condities worden opgeslagen:
• Apparaat niet buiten bewaren
• Apparaat droog en stofvrij opslaan
• Apparaat niet blootstellen aan vloeistoffen en
agressieve stoffen
• Opslagtemperatuur -10 til +45°C
• Relatieve luchtvochtigheid max. 60%
2
Voor uw veiligheid
5. Gevaren die van het apparaat
uitgaan
1. Voor ieder gebruik moet de binnen-
veerspanner worden gecontroleerd op
bedrijfsgereedheid. Als blijkt dat een goede
werking niet is gewaarborgd of als bescha-
digingen worden geconstateerd, mag de
binnen-veerspanner niet worden gebruikt.
Wanneer een volledige bedrijfsgereedheid
niet is gegeven maar de binnenveerspanner
wordt toch gebruikt, dan bestaat gevaar
voor ernstige persoonlijke en materiele
schade.
De volledige bedrijfsgereedheid is
gegeven wanneer:
het apparaat soepel loopt (spindel 1 voor
–
ieder gebruik invetten);
de houderkop van de spindel geen scha-
–
de vertoond;
de stifttap 1
–
spindel is geplaatst (eindaanslag);
–
het lager van de aandrijfmoer
soepel 2 loopt;
–
de veerhouders 4 en 5 geen schade
vertonen.
2. Bij het spannen van de veer moet erop
worden gelet, dat de veerwikkelingen
elkaar niet raken, omdat in dat geval
overbelasting van de spindel kan optre-
den wat weer breuk van de spindel kan
veroorzaken.
3. Er mogen alleen geschikte spanplaten
worden gebruikt. (Toepassing zie pag. 31)
4. De veer Fig. 4 (pag. 32) moet buiten de
binnenrichel van de spanplaat liggen.
Zorg er voor dat de veer niet uit de span-
platen kan glijden.
5. Spanplaten mogen alleen in de daarvoor
voorziene samenstelling worden ingezet
of vervangen worden.
6. Vanwege veiligheidsredenen zijn verande-
ringen aan de binnen-veerspanner streng
verboden. Het uitvoeren van wijzigingen
aan de binnenveerspanner leidt tot on-
middellijke uitsluiting van aansprakelijk-
heid van de fabrikant.
a op het uiteinde van de
a
29