Druk op de toets ALARM om een alarm voor de windrichting in te stellen. Een
wijzericoontje zal binnenin de kompascirkel verschijnen die een alarminstelling
vertegenwoordigt voor de betreffende windrichting.
U kunt een alarminstelling voor een windrichting verwijderen door nogmaals op
de toets SET te drukken om het alarm voor de geselecteerde windrichting te
annuleren. Het pijltje binnenin de kompascirkel zal verdwijnen.
Als u een alarm wilt instellen voor meer dan één windrichting, druk dan op
PIJLTJE OMHOOG of ▲ PIJLTJE OMLAAG ▼ om de alarmwijzer voor de
windrichting naar de volgende gewenste instelling te bewegen.
Druk op de toets SET om de volgende windrichting te bevestigen. Een
wijzericoontje zal binnenin de kompascirkel verschijnen die een alarminstelling
vertegenwoordigt voor de betreffende windrichting. U kunt alarmen instellen voor
zoveel windrichtingen als u maar wilt.
Druk op de toets ALARM om de instelling te bevestigen. Het pijltje voor de
windrichting zal stoppen met knipperen.
Druk op de toets SET om het alarm in of uit te schakelen. Het icoontje ((()))
geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Druk op de toets ALARM om verder te gaan naar de alarminstellingen voor de
24u neerslag.
ALARM 24U NEERSLAG
De weergave van het 24u neerslagalarm zal verschijnen.
Houd de toets SET ca. 2 seconden ingedrukt. De aanduiding van de 24u
neerslag begint te knipperen.
Druk op PIJLTJE OMHOOG ▲ of PIJLTJE OMLAAG ▼ om de 24u
neerslagwaarde in te stellen. Houd de toets ingedrukt om de waarden sneller te
doorlopen.
Druk op de toets ALARM om de instelling te bevestigen. De cijfers zullen stoppen
met knipperen.
Druk op de toets SET om het alarm in of uit te schakelen. Het icoontje ((()))
geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Druk op de toets ALARM om de alarminstellingen te verlaten.
164