Wat te doen als ...?
– ... de bluephase meter een meetwaarde aangeeft van min-
der dan 400 mW/cm
2
?
400 mW/cm
2
is de ondergrens voor de lichtintensiteit van poly-
merisatieapparatuur. Als de lichtintensiteit lager uitvalt, dan kan
dit maken dat composietmaterialen niet volledig uitharden. Om
die reden wordt aangeraden om een belichtingsapparaat met
minder dan 400 mW/cm
2
– ...de meetresultaten overeenkomen met de waarden die
de fabrikant opgeeft?
Het polymerisatieapparaat heeft de gewenste lichtintensiteit en
kan daarom volgens de belichtingsadviezen van de betreffende
fabrikant resp. volgens de instructies van de fabrikant van het
betreffende composiet worden gebruikt.
– ...de meetresultaten sterk afwijken?
Wanneer het meetresultaat sterk afwijkt van de waarden van de
fabrikant, dan wordt aangeraden om als volgt te werk te gaan:
– Controleer het gekozen belichtingsprogramma.
– Reinig de sensor van de bluephase meter als die verontreinigd
is (zie 'Reiniging en onderhoud')
– Reinig de lichtgeleider met een desinfectiemiddel en een
zachte doek. Verwijder eventueel op de lichtgeleider terecht-
gekomen materiaal, zoals composietresten, voorzichtig (bijv.
met een vingernagel of een kunststofspatel). Gebruik geen
scherpe of puntige voorwerpen, omdat er hierdoor krassen op
het oppervlak van de lichtgeleider kunnen komen, waardoor
de lichttransmissiecapaciteit vermindert.
– Controleer de lichtgeleider op beschadigingen. Wanneer
bepaalde segmenten van de lichtgeleider zwart lijken te zijn,
zijn er glasvezels gebroken. Dit kan worden gecontroleerd
door de lichtgeleider uit het handstuk te nemen en tegen het
licht te houden. Omdat de lichttransmissie van de lichtgeleider
bij dergelijke beschadigingen lager is, moet de lichtgeleider
worden vervangen.
Als deze maatregelen geen succes hebben, dan moeten de
belichtingstijden dienovereenkomstig worden verlengd voor een
voldoende uitharding. Als richtwaarde geldt: wanneer de lichtin-
tensiteit gehalveerd is, moet de belichtingstijd worden verdubbeld
(zo moet bijv. bij een gemeten lichtintensiteit van 500 mW/cm
vergeleken met een opgegeven waarde van de fabrikant van
1000 mW/cm
2
gedurende 20 seconden, de belichtingstijd worden
verdubbeld naar 40 seconden).
...wanneer het display LO weergeeft?
Wanneer de batterijen nog maar weinig stroom hebben, verschijnt
in het display de melding LO. De batterijen moeten dan zo snel
mogelijk worden vervangen.
lichtintensiteit te vervangen.
– ...wanneer het display niets meer weergeeft?
– Na een belichtingsduur van 20 seconden (bijv. ook van zonlicht)
schakelt de bluephase meter automatisch over naar de standby-
stand. Verwijder de lichtbron om opnieuw te kunnen meten. Als
het nog steeds niet lukt om opnieuw te meten, moet de sensor
gedurende korte tijd met de hand worden afgedekt.
– Als deze maatregelen geen succes hebben, moeten de batterijen
worden gecontroleerd of eventueel vervangen.
– Als op het display desondanks niets wordt weergegeven als er
met een polymerisatieapparaat op wordt geschenen, moet de
bluephase meter voor reparatie worden opgestuurd naar een
erkend Ivoclar Vivadent servicecentrum.
Batterijen vervangen
De batterijen moeten regelmatig worden vervangen. Verwij-
der daartoe het deksel van de batterijhouder aan de
achterkant van het apparaat en vervang de batterijen. Breng
daarna het deksel weer op de batterijhouder aan.
Voer batterijen op de juiste manier af.
Reiniging en onderhoud
De radiometer kan met een zachte doek en een gebruikelijk desinfec-
tiemiddel zonder aldehyde worden afgenomen. Gebruik voor het
reinigen geen agressieve desinfectiemiddelen (bijv. middelen op basis
van sinaasappelolie of middelen met een ethanolpercentage van
meer dan 50%), oplosmiddelen (bijv. aceton), of puntige voorwerpen,
omdat deze de kunststof kunnen beschadigen.
– Spuit het desinfectiemiddel niet direct op het apparaat en houd
het apparaat niet onder stromend water, zodat er geen vloeistof
in het apparaat terechtkomt.
– De radiometer mag niet worden gesteriliseerd in een autoclaaf.
Garantie
De garantie voor de bluephase meter bedraagt 3 jaar vanaf de datum
van aankoop. Wanneer er storingen optreden door materiaal- of
fabricagefouten, wordt het apparaat binnen de garantieperiode
kosteloos gerepareerd. Verder geeft de garantie geen recht op ver-
goeding van eventuele materiële of ideële schade. Het apparaat mag
uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor het is
bedoeld. Een andere of uitgebreidere toepassing is niet in overeen-
2
,
stemming met de gebruiksdoeleinden. Voor schade die hieruit
voortvloeit kan dan ook geen beroep worden gedaan op de garantie
en wordt er geen aansprakelijkheid aanvaard. Dit betreft in het
bijzonder:
– schade als gevolg van onoordeelkundig gebruik
– schade aan onderdelen die slijten of op zeker moment aan
vervanging toe zijn bij normaal gebruik (bijv. sensor)