voorzichtig met de kast om te gaan.
Voeding
Sluit de wijnkast aan op een enkelvoudige wandcontactdoos van het type E.
De wijnkast moet worden aangesloten op één gemakkelijk bereikbare contactdoos.
Alle problemen met betrekking tot het vermogen en/of de aarding moeten worden behandeld door
bevoegd personeel (elektricien, erkende dienst).
Opstelling
•
Opgelet! De kast moet in een schone (niet-stoffige), vorstvrije omgeving worden geplaatst, uit
de buurt van warmtebronnen zoals een radiator, een oven, zonlicht ... De kast mag niet
buiten worden geplaatst.
•
Zet de wijnkast op een voldoende stevige ondergrond die bestand is tegen het gewicht in
geladen toestand.
•
Gebruik de regelbare voeten aan de onderkant van de wijnkast om het apparaat stabiel te
plaatsen.
Dit apparaat is geschikt voor gebruik in ruimten met een heel specifieke omgevingstemperatuur. Deze
klimaatklasse wordt aangegeven op het typeplaatje.
Onthoud: dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen tussen 16 °C en 32 °C.
De omgevingstemperatuur beïnvloedt de binnentemperatuur en de vochtigheid van uw kast.
De temperatuur van het apparaat kan worden ingesteld tussen 5 °C en 20 °C. De temperatuur wordt
ingesteld met behulp van een thermostaat. Verandering van de temperatuur leidt tot een hoger
energieverbruik.
Het apparaat garandeert dat de temperatuur gehandhaafd blijft zolang het in werking is en onder
normale omstandigheden wordt gebruikt. De temperatuur in het apparaat en het energieverbruik
ervan kunnen door tal van factoren worden beïnvloed: omgevingstemperatuur, blootstelling aan
zonlicht, aantal deuropeningen en opgeslagen hoeveelheid ... Lichte temperatuurschommelingen zijn
volkomen normaal en komen overeen met de koelcycli van het apparaat. Deze variaties hebben
echter geen invloed op de temperatuur van de wijn, aangezien ze te kort zijn voor een warmte-
uitwisseling met de flessen.
121