-
Kies met de schuifschakelaar de gewenste te meten stroomsoort en met
schuifschakelaar het bereik.
Opmerking:
-
Bij het meten van gelijkstroom de uitlezing op de BENNING CM 3 instellen
op „0" met draaischijf van de potentioneter .
-
Stroomtang openen met de hendel en de stroomvoerende ader omvatten
met het mondstuk.
-
Lees de gemeten waarde af in het display
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
9.
Onderhoud
De BeNNING CM 3 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING CM 3 mag uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige
voorzorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING CM 3 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te openen.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
-
Zet de draaischakelaar in de positie „Off".
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat.
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING CM 3 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
-
Zichtbare schade aan de behuizing.
-
Meetfouten.
-
Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde
omstandigheden.
-
Transportschade.
In dergelijke gevallen dient de BENNING CM 3 direct te worden uitgeschakeld
en niet opnieuw elders te worden gebruikt.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek. (speciale
reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuurmiddelen
om de BENNING CM 3 schoon te maken. Let er in het bijzonder op dat het
batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen.
Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de batterij
en/ of in het huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone doek.
9.3 Het wisselen van de batterij
Voor het openen van de BeNNING CM 3 moet het apparaat
spanningsvrij zijn. Gevaarlijke spanning!
De BENNING CM 3 wordt gevoed door een blokbatterij van 9 V. Als het
batterijsymbool op het display verschijnt, moet de batterij worden vervangen.
De batterij wordt als volgt gewisseld.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
-
Leg het apparaat op de voorzijde en draai de schroefen uit de achterzijde
-
Schuif het deksel van het batterijvak naar de zijkant uit de geleiding.
-
Neem de lege batterij uit het vak en maak de aansluitdraden van de batterij
voorzichtig los.
-
Verbind de aansluitdraden weer op de juiste manier met de nieuwe batterij
en leg deze op de juiste plaats in het apparaat. Let er daarbij op dat de
aansluitdraden niet tussen de behuizing geklemd worden.
-
Leg het deksel weer op het batterijvak en draai de schroefen er weer in.
Zie fig.7:
Gooi lege batterijen niet weg met het gewone huisvuil, maar
lever ze in op de bekende inzamelpunten. Zo levert u opnieuw
een bijdrage voor een schoner milieu.
9.4 IJking
Op de nauwkeurigheid van de metingen te waarborgen, is het aan te bevelen het
apparaat jaarlijks door onze servicedienst te laten kalibreren.
06/ 2008
meten van gelijkstroom.
meten van wisselstroom.
vervanging van de batterij.
BENNING CM 3
32