Accessoires
Endocaviteitballon
BEOOGD GEBRUIK
De transducer-afstandhouder kan worden gebruikt om beeldvormings- en naaldgestuurde procedures voor echografische diagnose van
lichaamsoppervlakken en endocaviteiten uit te voeren.
LET OP
Volgens de federale wetgeving in de VS mag dit apparaat uitsluitend worden verkocht door of op voorschrift van een arts.
WAARSCHUWING
Vóór gebruik dient u zich te hebben bekwaamd in de echografie. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw systeem voor instructies over het gebruik
n
van uw transducer.
Instrumenten voor eenmalig gebruik niet opnieuw gebruiken, verwerken of steriliseren. Opnieuw gebruiken, verwerken of steriliseren van het
n
instrument vergroot de kans op verontreiniging, wat besmetting of kruisbesmetting tot gevolg kan hebben.
AANBRENGEN VAN DE BALLON OP DE TRANSDUCER
1. Plaats een geschikte hoeveelheid gel binnen de ballon voor de endoholte en/of op de transducerkop om de scankwaliteit, het aanbrengen en het
verwijderen van de ballon te verbeteren.
2. Breng de transducer in de ballon met de vulslang gericht op de middenbovenzijde van de transducer. Trek de ballon strak over het
transduceroppervlak om kreukels en luchtbellen te verwijderen.
3. Oriënteer de ballon visueel zodat de laterale naden op een symmetrische afstand van de longitudinaal array liggen.
4. Plak de ballon stevig vast en zorg er voor dat deze rond de plastic flappen vastgezet wordt (plakband niet meegeleverd).
5. Vul de injectiespuit met 30 cc zoutoplossing. Vul de ballon via de Luer Lock-poort en houd daarbij de sondetip naar onderen; vul en aspireer de
ballon met 10-20 cc tot alle lucht is verwijderd. Vul de ballon niet te veel.
6. Laat de ballon leeglopen met de injectiespuit van 25-30 cc eraan verbonden.
WEGWERPEN
WAARSCHUWING
Verwijder componenten voor eenmalig gebruik als infectie-afval.
n
1
9
Nederlands
2