- Controleer de apparatuur alvorens ze opnieuw te
gebruiken.
- Laat de elektrische apparatuur minstens 60 minuten
lang op minimale temperatuur werken.
AANWIJZINGEN VOOR DE
IV.
REINIGING
11. MEDEDELINGEN VOOR DE REINIGING
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG
DOOR. HET GEEFT BELANGRIJKE
INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID
TIJDENS DE INSTALLATIE, HET GEBRUIK EN
HET ONDERHOUD VAN DE APPARATUUR.
DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
HAAL DE ELEKTRISCHE VOEDING VAN DE
APPARATUUR LOS, INDIEN AANWEZIG,
ALVORENS EEN HANDELING TE
VERRICHTEN.
Reinig
dagelijks
de
oppervlakken van roestvrij staal, het oppervlak van
de reservoirs en het oppervlak van de platen.
Laat de interne onderdelen van de apparatuur
minstens twee keer per jaar door een erkend
technicus reinigen.
Maak de vloer onder de apparatuur niet schoon met
bijtende producten.
Reinig de apparatuur niet met directe waterstralen of
hogedrukreinigers.
GESATINEERDE ROESTVRIJSTALEN OPPERVLAKKEN
Maak de oppervlakken schoon met een doek of een
lap bevochtigd met water en normale, niet-schurende
reinigingsmiddelen. Wrijf met de doek in de richting
van de satinering. Spoel regelmatig af en maak
vervolgens zorgvuldig droog.
Gebruik geen metalen schuursponsjes of andere
ijzeren voorwerpen.
Gebruik geen chemische producten die chloor
bevatten.
Gebruik geen scherpe voorwerpen die krassen in de
oppervlakken kunnen achterlaten.
ONDERHOUDSAANWIJZINGEN
V.
externe,
gesatineerde
12. MEDEDELINGEN VOOR HET
ONDERHOUDSPERSONEEL
DE
FABRIKANT
AANSPRAKELIJKHEID
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
Het model van de apparatuur identificeren. Op de
verpakking en op het typeplaatje van de apparatuur is
het model aangegeven.
Installeer de apparatuur uitsluitend in voldoende
geventileerde ruimten.
Maak de componenten van de apparatuur niet
onklaar.
13. INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
14. STORINGEN OPLOSSEN
DEEGRIJZER
DE APPARATUUR WARMT NIET OP.
Mogelijke oorzaken:
- De thermostaat voor de regeling van de temperatuur
is defect.
- De weerstanden zijn defect.
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- De thermostaat voor de regeling van de temperatuur
is defect.
15. VERVANGING VAN DE COMPONENTEN
MEDEDELINGEN VOOR DE VERVANGING VAN
COMPONENTEN
SLUIT DE GASKRAAN EN/OF DEACTIVEER
DE HOOFDSCHAKELAAR VAN DE
ELEKTRISCHE VOEDING VOOR HET
APPARAAT AF.
39
AANVAARDT
GEEN
VOOR
SCHADE