3. Specificaties
Het Ambu Oval Plus Silicone beademingsapparaat voldoet aan de productspecifie-
ke norm EN ISO 10651-4. Het Ambu Oval Plus Silicone beademingsapparaat voldoet
aan Richtlijn 93/42/EEG van de Raad betreffende medische hulpmiddelen.
Neonate
Volume beademingsapparaat
ongeveer 260 ml
Geleverd volume één hand**
150 ml
Geleverd volume twee handen**
Afmetingen zonder reservoir
ongeveer 198 x
(lengte x diameter)
75 mm
Gewicht zonder reservoir
ongeveer 128 g
en masker
Drukbegrenzingsklep*
4,0 kPa (40 cm H
≤ 5 ml + 10 % van
Dode ruimte
het geleverde
volume
max. 0,5 kPa (5,0 cm
Inspiratoire weerstand
H
O) bij 5 l/min
2
max. 0,5 kPa (5,0 cm
Expiratoire weerstand
H
O) bij 5 l/min
2
ongeveer 1.500 ml
Reservoirvolume
(zak)ongeveer
100 ml (buis)
Patiëntconnector
Expiratieconnector
(voor bevestiging van PEEP klep)
Connector drukmeterpoort
Inlaatconnector zak
Paediatric
Volwassene
ongeveer 660 ml
ongeveer 1.546 ml
450 ml
600 ml
-
-
1.100 ml
ongeveer 240 x
ongeveer 269 x
100 mm
130 mm
ongeveer 205 g
ongeveer 338 g
O)
4,0 kPa (40 cm H
O)
4,0 kPa (40 cm H
2
2
≤ 5 ml + 10 % van
≤ 5 ml + 10 % van het
het geleverde
geleverde volume
volume
max. 0,5 kPa (5,0 cm
max. 0,5 kPa (5,0 cm
H
O) bij 50 l/min
H
O) bij 50 l/min
2
2
max. 0,5 kPa (5,0 cm
max. 0,5 kPa (5,0 cm
H
O) bij 50 l/min
H
O) bij 50 l/min
2
2
ongeveer
ongeveer
1.500 ml (zak)
1.500 ml (zak)
Buiten 22 mm mannelijk (ISO 5356-1)
Binnen 15 mm vrouwelijk (ISO 5356-1)
30 mm mannelijk (ISO 5356-1)
Ø 4,2 +/- 0,1 mm
Binnen 32 mm
Binnen 32 mm
-
vrouwelijk
vrouwelijk
(ISO 10651-4)
(ISO 10651-4)
Lekkage voorwaarts en
achterwaarts
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
O
-inlaatconnector
2
Langetermijnopslag
* Een hogere aanvoerdruk kan worden verkregen door de drukbegrenzingsklep tijdelijk uit te
schakelen.
Het Ambu Oval Plus Adult beademingsapparaat is ook verkrijgbaar zonder drukbegrenzingsklep.
** Getest conform EN ISO 10651-4
O)
2
4. Werkingsprincipe
De afbeelding (1) toont de beademingsgasmengsels die in de ballon en van en naar
de patiënt stromen tijdens handmatige bediening van het beademingsapparaat. (a)
Volwassenen- en pediatrisch beademingsapparaat, (b) zuigelingenbeademingsappa-
raat met gesloten reservoir, (c) zuigelingenbeademingsapparaat met open reservoir.
De gasstroom is vergelijkbaar met de stroom wanneer de patiënt spontaan door het
apparaat ademt. De O
-reservoirinstallatie is uitgerust met twee kleppen, waarvan de
2
ene omgevingslucht inlaat wanneer het reservoir leeg is en de andere het overschot
aan zuurstof afvoert wanneer het reservoir vol is.
1.1 Overschot aan zuurstof, 1.2 Lucht, 1.3 Zuurstofinlaat, 1.4 Patiënt, 1.5 Expiratie, 1.6
Drukmeterpoort, 1.7 Drukbegrenzingsklep.
5. Gebruiksaanwijzing
Voorbereiding
- Is het beademingsapparaat ineengedrukt opgeborgen, dan vouwt u het uit door
te trekken aan de patiëntklep en de inlaatklep.
- Bevestig het gezichtsmasker en plaats alle onderdelen in de plastic zak die bij het
beademingsapparaat zijn meegeleverd.
Niet meetbaar
-18 °C tot +50 °C (-0,4 °F tot +122 °F)
Getest bij - 40 °C (-40 °F) en + 60 °C (+140 °F)
conform EN ISO10651-4
conform EN 13544-2
Voor langetermijnopslag dient het beademingsapparaat in gesloten
verpakking te worden bewaard op een
koele plaats buiten het bereik van zonlicht.
135