3.2 Voor ingebruikname
Maak de motor gereed voor het eerste gebruik via de volgende procedures:
3.2.1 Brandstof toevoegen en het brandstofsysteem ontluchten
• Controleer voor u brandstof
tankt nogmaals of u de juiste
brandstof gebruikt.
Benzine zal vlam vatten!
• Veeg gemorste brandstof
volledig weg.
(1) Brandstof tanken
1) Spoel voor u brandstof tankt de brandstoftank
en
de
andere
brandstofsysteem door met schone kerosine
of dieselolie.
2) Giet brandstof zonder vuil en water in de
brandstoftank
(2) Brandstofsysteem ontluchten
Ontlucht het brandstofsysteem volgens de
onderstaande werkwijze. Als er lucht in het
brandstofsysteem zit, kan de brandsto-
finspuitpomp niet functioneren.
1) Open de kraan in de brandstofaanvoerleiding en
draai de ontluchtingsbout los boven op de
water/dieselolie-scheider (optioneel) door hem 2~3
slagen te draaien met een steeksleutel. Zodra daar
brandstof zonder luchtbellen uitstroomt, draait u de
ontluchtingsbout weer vast.
2) Maak de voorpompknop los door hem tegen
de klok te verdraaien en druk herhaald op de
knop om met de hand dieselolie naar het
brandstoffilter te pompen.
3) Draai de bout van de oogkoppeling los (midden
op de bovenkant van het brandstoffilter).Laat
brandstof daaruit weglopen tot er brandstof
zonder luchtbellen uitstroomt. Draai daarna de
oogkoppeling weer vast.
4) Druk de voorpompknop omlaag en draai
hem vast (met de klok mee).
GEVAAR
onderdelen
van
het
Voorpomp
Hogedrukbrandstofleiding
(Fig. 12)
_
_
20
(Fig. 12)
Voorpompknop
Ringbout
(midden boven)
Dieseloliefilter
Brandstofinspuitpomp