Die
Pumpe
läuft
nicht an.
Geräusche
innerhalb
der
Anlage.
Geräusche
in
der
Pumpe.
Die Pumpe startet
zwar, hält aber nach
kurzer Zeit wieder
an.
NL
STORINGEN
De pomp start niet.
Lawaai
in
installatie.
Lawaai in de pomp.
De pomp start en
stopt na korte tijd.
Keine Speisespannung.
Speisespannung falsch.
Kondensator
defekt
(einphasige Pumpen).
Rotor
wegen
Ablagerungen
an
Bronzebuchsen blockiert
Fördermenge zu groß.
Luft in der Anlage.
Luft in der Pumpe.
Ansaugdruck zu niedrig.
Schmutz
oder
zwischen
Rotor
Ständerbuchse,
zwischen
Läufer
Pumpenkörper.
HET VERHELPEN VAN STORINGEN
MOGELIJKE OORZAKEN
Geen
voedingsspanning.
Onjuiste
voedingsspanning.
Defecte
condensator
(monofase pompen).
Rotor geblokkeerd door
aanslag
op
bronslagers.
de
Te hoog debiet.
Lucht in de installatie.
Lucht in de pomp.
Aanzuigdruk te laag.
Vuil of kalk tussen de
rotor en de huls van de
stator
of
tussen
waaier
en
pomphuis.
44
Die elektrischen Verbindungen und
Sicherungen kontrollieren.
Die
Daten
des
überprüfen
und
Spannung anlegen.
Kondensator auswechseln.
Die Höchstgeschwindigkeit wählen
den
und/oder
den
Rotor
Schraubendreher lösen.
Eine
geringere
wählen.
Sicherstellen,
Entlüftungsöffnung
Entgasungsvorrichtung
verschlossen ist.
Den Deckel aufschrauben.
Pumpe entlüften.
Ansaugdruck erhöhen.
Kalk
Kontrollieren, ob die Welle frei
und
dreht. Eventuellen Schmutz oder
oder
Kalk entfernen.
und
OPLOSSINGEN
Controleer
de
aansluitingen en de zekeringen.
Controleer de gegevens op het
kenplaatje en gebruik de juiste
spanning.
Vervang de condensator.
Stel
de
maximumsnelheid
de
en/of deblokkeer de motor met
een schroevendraaier.
Stel een lagere snelheid in.
Controleer of het ontluchtingsgat
van de ontgasser niet gesloten
is. Draai de dop los.
Ontlucht de pomp.
Verhoog de aanzuigdruk.
Controleer of de as vrij draait.
Verwijder
eventueel
de
kalk.
het
Typenschilds
die
korrekte
mit
einem
Geschwindigkeit
dass
die
der
nicht
elektrische
in
vuil
en/of