Nederlands(Vertaling van de originele instructies)
VOORGESCHREVEN GEBRUIK
Dit product is enkel geschikt voor buitenshuis gebruik op
een goed geventileerde plaats.
Het product is geschikt voor het maaien van lang gras,
onkruid, kleine bomen, struiken en gelijkaardige vegetatie
op of rond het grondniveau. Het snijdvlak moet ongeveer
evenwijdig met het grondoppervlak worden gehouden.
Het product mag niet worden gebruikt om heggen,
struiken of andere vegetatie te snoeien of te trimmen,
waar het snijvlak niet evenwijdig met het grondoppervlak
is.
ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS
WAARSCHUWING:
Lees alle instructies en zorg ervoor dat
u ze begrijpt. Wanneer u het nalaat om alle
onderstaande instructies te lezen, kan dit leiden
tot ernstige letsels.
LEES ALLE INSTRUCTIES
Om dit toestel veilig te gebruiken is het noodzakelijk
dat u alle instructies leest en ervoor zorgt dat u ze
goed begrijpt vooraleer het toestel te gebruiken.
Volg de veiligheidsvoorschriften. Het negeren van
de onderstaande instructies kan leiden tot ernstige
verwondingen.
Hou kinderen en onervaren omstanders uit de buurt
wanneer u dit toestel gebruikt.
Gebruik het toestel nooit in een afgesloten of slecht
verluchte ruimte; uitlaatgassen inademen kan dodelijk
zijn.
Ruim de werkplek op voor u begint. Verwijder
voorwerpen, zoals stenen, glas, nagels, kabels of
draden die in de maailijn of het snijblad kunnen
terechtkomen of verstrikt raken.
Draag een veiligheidsbril conform veiligheidsnorm EN
166 wanneer u dit toestel gebruikt.
Draag een zware, lange broek, hoge schoenen en
handschoenen. Draag geen loshangende kledij, short,
sandalen en loop niet op blote voeten. Draag geen
juwelen.
Zware beschermkledij kan de vermoeidheid van de
bediener versnellen, wat kan leiden tot hitteslag.
Tijdens warm en vochtig weer is het aangeraden om
zwaar werk tijdens de ochtend of de late namiddag uit
te voeren wanneer het wat koeler is.
Hou het toestel nooit aan uw linkerzijde wanneer u het
gebruikt.
Bind lang haar samen tot boven de schouders om te
voorkomen dat het in de bewegende delen verstrikt
raakt.
Hou omstanders, kinderen en huisdieren op
minstens 15 m afstand. Omstanders dragen best een
veiligheidsbril. Leg u de motor en de maaischijf stil,
wanneer iemand naar u toekomt. Wanneer het gaat
om een toestel met snijbladen, bestaat het bijkomend
risico dat een omstander wordt getroffen door de
snijbladen, wanneer deze met elkaar in contact
komen of wanneer het toestel een onverwachte
beweging maakt.
Gebruik het toestel niet als u moe of ziek bent of
onder invloed van alcohol, drugs of medicatie staat.
Gebruik het toestel niet bij slechte verlichting.
Bewaar steeds een stevige houvast en goed
evenwicht. Rek u niet uit. Dit kan leiden tot verlies van
evenwicht of blootstelling aan hete oppervlakten.
Hou alle lichaamsdelen weg van de bewegende
delen.
Bedien het toestel nooit zodanig dat de onderkant van
de motor boven heuphoogte reikt om blootstelling aan
warme oppervlakten te vermijden.
Raak nooit de delen aan rond de carburator of de
cilinder van het toestel, want deze onderdelen worden
erg warm.
Leg de motor stil en haal de stekker uit het
stopcontact vooraleer u aanpassingen of herstellingen
aanbrengt, behalve voor aanpassingen aan de
carburator.
Controleer het toestel voor elk gebruik. Controleer
het toestel op losse onderdelen, lekken, enz. Vervang
beschadigde onderdelen voor gebruik.
De maaischijf mag nooit stationair draaien tijdens
normaal gebruik. De maaischijf mag wel stationair
draaien tijdens wanneer u de carburator bijstelt.
Bewaar benzine in een container die geschikt is voor
benzine.
Ruim gemorste brandstof op. Sta op 10 m afstand
van de vulplaats vooraleer u de motor opnieuw start.
Verwijder de brandstofdop voorzichtig nadat u de
motor heeft stilgelegd. VERBODEN TE ROKEN
tijdens het vullen.
Leg de motor stil en laat afkoelen vooraleer u
brandstof bijvult of het toestel bewaart.
Laat de motor afkoelen, ledig de brandstoftank en
beveilig het toestel vooraleer u het vervoert.
D r a a g
b e s c h e r m k l e d i j
veiligheidsvoorschriften na. Voor toestellen met
een koppeling moet ervoor gezorgd worden dat
de maaischijf stopt met draaien wanneer de motor
stilvalt. Zorg ervoor dat de maaischijf gestopt is,
wanneer het toestel wordt uitgeschakeld en vooraleer
u het neerzet.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSREGELS
Controleer het toestel voor gebruik. Vervang
beschadigde onderdelen. Zorg ervoor dat de binders
74
e n
l e e f
a l l e