7.3 Aandrijving
Zodra de bevestiging aan de achterkant met de rail is
geassembleerd en de geleiderail zelf is geïnstalleerd, kan de aan-
drijving worden gemonteerd:
1) Steek, terwijl de aandrijving met een hoek van 15°/20° wordt
gehouden (Fig. 20), het asje van de motorreductor in de verbin-
ding aan de achterkant van de geleiderail, en duw de pootjes
(Fig. 19 ref. ) naar de uitsparingen op de onderkant van de
aandrijving (Fig. 19 ref.
).
2) Draai de aandrijving in de richting van Fig. 20 tot hij in de positie
van Fig. 21 komt, en steek de pen in het gat van de verbinding
aan de achterkant (Fig.21 ref.
7.4 Ontgrendeling automatisch systeem
1) Stel de hoogte van de ontgrendelingsknop vast, en bedenk
daarbij dat hij niet hoger mag komen dan 180 cm van de grond,
en snijd de rest van het koord eraf.
2) Leg een knoop in het uiteinde van het koord en zet de
ontgrendelingsknop in elkaar (Fig. 22).
3) Trek de ontgrendelingsknop naar beneden en controleer of de
deur met de hand kan worden bewogen (Fig. 22).
4) Trek de ontgrendelingsknop horizontaal richting de deur (Fig. 23).
Controleer of, wanneer de knop wordt losgelaten, het LOCK-
venstertje onder de geleideslede rood is. Beweeg de deur met
de hand tot het punt is gevonden waar de geleideslede aangrijpt.
Let op: zorg dat er zich tijdens de ontgrendelingsmanoeuvre
geen mensen, dieren of voorwerpen in de bewegingszone
van de deur bevinden.
7.5 Externe ontgrendeling
Als het automatische systeem is uitgerust met een externe
ontgrendeling, stop dan met installeren (zie par. 6.3.):
1) Snijd de isolatie van het kabeltje op maat (Fig. 24 ref. A).
2) Steek het kabeltje in de buis en haal hem door het speciale
oogje van de bevestiging op de deur (Fig. 24 ref. B).
3) Knip het kabeltje op maat en bevestig hem aan de interne
hendel van de ontgrendelingsknop (Fig. 24 ref. C).
).
Fig. 19
15°/20°
Fig. 20
9
Fig. 21
Fig. 22
Fig. 23
Fig. 24