6.0 Het distale lumen dient om de voerdraad te volgen. Een vulinstrument voorzien van een
drukmeter is benodigd om de vuldruk te bewaken [raadpleeg het verpakkingslabel voor de
nominale barstdruk].
7.0 Voer de dilataties uit met een 50/50 of een 75/25 oplossing van respectievelijk fysiologische
zoutoplossing en contrastmiddel. De patiënt moet worden bewaakt tijdens het dilateren. Om
de dilatatie uit te voeren kan de ballon gedeeltelijk ofwel volledig worden gevuld. DE
NOMINALE BARSTDRUK NIET OVERSCHRIJDEN.
8.0 Doe de ballon leeglopen door een vacuüm te trekken met een vulinstrument voorzien van
een drukmeter. Opmerking: Hoe groter het tijdens het terugtrekken toegepaste en
aangehouden vacuüm, des te kleiner het profiel van de leeggelopen ballon. Trek de katheter
voorzichtig terug. Gebruik een vlotte, voorzichtige en gestadige beweging wanneer de ballon
uit het vat komt. Als er bij het verwijderen weerstand ondervonden wordt, moeten de ballon,
de voerdraad en de huls samen als een geheel en onder fluoroscopische geleiding worden
verwijderd, vooral als er breuk of lekkage van de ballon vastgesteld is, of vermoed wordt.
Om dit te doen neemt u de ballonkatheter en de huls als een geheel stevig vast, en trekt u ze
beide tezamen terug, met een voorzichtig draaiende en tegelijkertijd trekkende beweging.
9.0 Oefen druk uit op de inbrengplaats, volgens de standaardpraktijken of volgens het protocol
van het ziekenhuis voor percutane vasculaire operaties.
M
OGELIJKE COMPLICATIES
Mogelijk losraken van de ballon na breuk of mishandeling van de ballon en de daaropvolgende
noodzaak een strik te gebruiken of andere medische interventietechnieken toe te passen om de
stukken terug te halen.
OPMERKING: In zeldzame gevallen werd gerapporteerd dat ballonnen met een grotere diameter
rondom gebarsten zijn, mogelijk ten gevolge van nauwsluitende focale stricturen in grote vaten.
Bij ieder voorval van ballonbreuk tijdens gebruik ervan, verdient het aanbeveling een huls over de
gebroken ballon te plaatsen alvorens deze door de inbrengplaats te verwijderen. Dit kan worden
gedaan door het proximale uiteinde van de katheter af te knippen en een huls van de geschikte
maat over de katheter op de inbrengplaats te schuiven. Voor de specifieke techniek raadpleegt u:
Tegtmeyer, Charles J., M.D. & Bezirdijan Diran R., M.D. "Removing the Stuck, Ruptured
Angioplasty Balloon Catheter." Radiology, Volume 139, 231-232, April 1981.
Mogelijke complicaties en de ermee verband houdende bijwerkingen verbonden aan het gebruik
van een valvuloplastiekkatheter omvatten o.a.:
• Perforatie
• Letsel van het geleidingssysteem
• Trombo-embolie
• Hematoomvorming
• Cardiovasculair letsel
W
AARSCHUWING
NuMED katheters worden in een uiterst onvriendelijk milieu in het menselijke lichaam
geplaatst. Katheters kunnen om verscheidene redenen falen zoals o.a. wegens medische
complicaties of faling van de katheter ten gevolge van breuk. Ondanks de uiterste zorg
besteed bij het ontwerp, de selectie van de onderdelen, de fabricage en het testen kunnen
katheters bovendien wegens onjuiste hantering of andere voorvallen voor, tijdens of na het
inbrengen gemakkelijk beschadigd raken. Bijgevolg wordt geen enkele bewering gemaakt,
noch garantie gegeven dat de katheters niet zullen falen of stoppen te werken, of dat het
lichaam niet slecht zal reageren op de plaatsing van de katheters, of dat er zich geen
medische complicaties zullen voordoen na gebruik van de katheters.
/
BIJWERKINGEN
:
•
Ontwikkeling van aritmieën
•
Scheuren of trauma van de klep
•
Ontwikkeling van restenose
•
Inflammatie
•
Infectie
34