Aansluiting: trek de stekker met groene brug op de externe
aansluiting 5 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
21 Extra aansluitingen
Extra verlichting
Het aansluiten mag alleen door een erkend elektricien
worden uitgevoerd. Naast het aandrijvingslampje (5 W LED-
lamp) kan een extra verlichting van max. 60 W (geen TL-buis)
op de klemmen 1 en 2 worden aangesloten.
Notitie: sommige energiespaarlampen kunnen het
radiosignaal storen.
Externe impulsingang
Aan de klemmen 14 en 15 kan een extern impulssignaal (bijv.
wandtoets) worden aangesloten. Vast geïnstalleerde
bedieningselementen als schakelaars e.d. moeten op een
hoogte van minstens 1,5 m en binnen gezichtsafstand van de
deur, maar altijd buiten de actieradius van bewegende delen
worden gemonteerd. Sleutelschakelaars kunnen op
geringere hoogte worden geïnstalleerd.
Extra antenne
Aan de klemmen 17 en 16 (GND) kan een externe antenne
worden aangesloten werden. De interne antenne (klem 17)
moet worden afgeklemd.
14
16
15
17
Afbeelding: Besturingsprintplaat. Zie ook pagina 219.
22 Storingen verhelpen
Stoorfrequenties
Radiosignalen van andere 868 MHz-zenders kunnen een
storende invloed op de deuraandrijving hebben.
Zelftest
Na het inschakelen vindt bij elke motorbekrachtiging en elke
2,25 h in de ruststand een zelftest plaats.
Storingsvrij = statusmelding.
Foutmeldingen
002
EEprom-gegevens
003
Stroommeting
004
Hardware Fotocel
005
Uitschakeling thyristoren
006
Uitschakeling relais
007
Watchdog-test
008
ROM-test
009
RAM-test
010
SE-test
Opheffen van storingen: Reset (Hoofdstuk 19) en daarna
stap Deuraandrijving inlezen (Hoofdstuk 15) doen.
Doet de storing zich opnieuw voor, contact met de
klantendienst opnemen.
Magic 1000-2
Opmerking: wordt dezelfde fout bij 2 opeenvolgende zelftests
geconstateerd, dan vindt er een vergrendeling van de
besturing plaats (commando's worden niet aangenomen). Na
ca. nog een minuut vindt er opnieuw een zelftest plaats. Als
er geen fout wordt geconstateerd, dan wordt de
vergrendeling weer opgeheven. Als de fout blijft bestaan,
moet er een reset worden uitgevoerd. Alle instellingen zijn
dan gewist. De deuraandrijving moet opnieuw worden
ingelezen.
Foutoorzaken / Verhelpen
Beschrijving
Deuraandrijvingslam
pje knippert
gelijkmatig
Deuraandrijvingslam
pje knippert in 4
intervallen
Obstakelherkenning
werkt niet
Aandrijving loopt
helemaal niet
Aandrijving loopt niet
goed
Aandrijving sluit de
deur langzaam
(softstart) terwijl
Deuraandrijvingslam
2
1
pje knippert
Aandrijving schakelt
tijdens het lopen uit
Handzender werkt
niet, LED brandt niet
Handzender werkt
niet
Aandrijving kan niet
met de wandtoets
(optie) worden
bediend
Aandrijving laat zich
niet via handzender
bedienen
Geluidsniveau tonen / controleren
De signaalsterkte van het ontvangen radiosignaal kan
worden weergegeven, daartoe:
• Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie
Hoofdstuk 10) de toets
indrukken, op het display knippert F0.
• Opnieuw de beide toetsen gelijktijdig (ca. 1 sec.)
indrukken, weergave van het geluidsniveau is geactiveerd.
x=1 geen radiosignaal ...x=8 hoge signaalsterkte
De geluidsniveauweergave blijft geactiveerd tot opnieuw de
beide toetsen gelijktijdig (ca. 1 sec.) worden ingedrukt.
IP2286 12/2017
Mogelijke oorzaak / Verhelpen
Deur is tegen een obstakel gebotst,
functietest uitvoeren.
Deuraandrijving is niet ingelezen.
Opgelet, geen bescherming door
krachtuitschakeling! Deuraandrijving
Deuraandrijving inlezen (Hoofdstuk
15) uitvoeren.
Verkeerd ingestelde deur of obstakel
/ Reset en opnieuw inlezen.
Geen of verkeerde
stroomvoorziening / zekering
motorbesturing defect / exerne
aansluitingen 7 en 8 controleren
Slede niet ingehaakt / Tandriem niet
gespannen / Drempel met ijs bedekt
Aandrijving leert zelfstandig het
werktraject. Na eindstand DICHT
volgt automatisch rit naar eindstand
OPEN. Als daarna
Deuraandrijvingslampje in 4
intervallen knippert, Deuraandrijving
inlezen (Hoofdstuk 15) uitvoeren
Controleren of de deur soepel loopt
en obstakelherkenning controleren /
reset uitvoeren / deuraandrijving
inlezen
Batterij vernieuwen
Wanneer de zender wordt gebruikt
en op het display niet de aan de
zendimpuls toegewezen
functiemelding (zie Hoofdstuk 16)
wordt weergegeven: Handzender
inlezen / zwakke ontvangst (extra
antenne installeren)
Wandtoets en besturingskabel
controleren
Geluidsniveau te zwak. Er zijn
storende radiosignalen uit andere
zendbronnen /
Geluidsniveaucontrole zoals hierna
beschreven uitvoeren
en
gelijktijdig (ca. 1 sec.)
67 / 219