Descargar Imprimir esta página

Vrijstaande Ondergedompelde Opstelling - Grundfos DP 10, 0.9 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 132
7. Bevestig de geleideklauw aan de persopening
van de pomp.
8. Schuif de geleideklauw tussen de geleiderails en
laat de pomp in de put zakken door middel van
een geborgde ketting die aan de hijsbeugel van
de pomp is vastgemaakt. Wanneer de pomp het
voetstuk met automatische koppeling bereikt,
koppelt de pomp zich vanzelf.
9. Hang het einde van de ketting op aan een dege-
lijke haak aan de bovenkant van de pompput en
zorg ervoor dat de ketting niet in contact kan
komen met het pomphuis.
10. Pas de lengte van de motorkabel aan door deze
op te rollen op een trekontlaster zodat de kabel
niet kan beschadigen tijdens bedrijf. Maak de tre-
kontlaster vast aan een degelijke haak boven in
de put. Zorg dat de kabels niet geknikt of afge-
kneld worden.
11. Sluit de motorkabel en de signaalkabel aan,
indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien water
N.B.
dan via de kabel in de motor kan doordrin-
gen.
Bovenwaterkoppeling
Zie afb. B, pagina 536.
Ga als volgt te werk:
1. Plaats de bevestigingsbalk in de put.
2. Bevestig het stationaire deel van de snelkoppe-
ling boven op de bevestigingsbalk.
3. Bevestig het aangepaste stuk leiding voor het
draaibare gedeelte van de bovenwaterkoppeling
op de persopening van de pomp.
4. Bevestig een harpsluiting en een ketting aan het
draaibare gedeelte van de bovenwaterkoppeling.
5. Verwijder eventueel puin uit de put voordat u de
pomp erin plaatst.
6. Laat de pomp in de put zakken door middel van
de geborgde ketting die aan de hijsbeugel is
vastgemaakt. Wanneer het draaibare gedeelte
van de bovenwaterkoppeling het stationaire
gedeelte bereikt, zullen deze twee zich automa-
tisch vastkoppelen.
7. Hang het einde van de ketting op aan een dege-
lijke haak aan de bovenkant van de pompput en
zorg ervoor dat de ketting niet in contact kan
komen met het pomphuis.
8. Pas de lengte van de motorkabel aan door deze
op te rollen op een trekontlaster zodat de kabel
niet kan beschadigen tijdens bedrijf. Maak de tre-
kontlaster vast aan een degelijke haak boven in
de put. Zorg dat de kabels niet geknikt of afge-
kneld worden.
9. Sluit de motorkabel en de signaalkabel aan,
indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien water
N.B.
dan via de kabel in de motor kan doordrin-
gen.
330
7.2 Vrijstaande ondergedompelde
opstelling
Pompen voor vrijstaande ondergedompelde opstel-
ling kunnen vrij op de bodem van de put of vergelijk-
bare plaats staan. Zie afb. C, pagina 537, en afb. D,
pagina 538.
Om de pomp gemakkelijk te kunnen servicen moet
een flexibele verbinding of koppeling aan de elle-
boog van de persleiding worden gemonteerd om
deze gemakkelijk te kunnen ontkoppelen.
Bij gebruik van een slang zorgt u ervoor dat de
slang niet knikt en dat de inwendige diameter van de
slang overeenkomt met die van de persopening van
de pomp.
Bij gebruik van een stugge leiding bevestigt u de
verbinding of koppeling, de terugslagklep en de iso-
latie-afsluiter in de aangegeven volgorde, bekeken
vanaf de pomp.
Als de pomp in de modder of op een ongelijke onder-
grond wordt opgesteld, dan wordt aanbevolen om de
pomp met stenen of soortgelijk materiaal te onder-
steunen.
Ga als volgt te werk:
1. Bevestig een 90 ° bocht aan de persopening van
de pomp en monteer hierop de persleiding/slang.
2. Laat de pomp in de vloeistof zakken met behulp
van een ketting die aan de hijsbeugel is gemon-
teerd. Wij raden aan om de pomp op een vlakke
en stevige fundering te plaatsen. Zorg dat de
pomp aan de ketting hangt en niet aan de kabel.
3. Hang het einde van de ketting op aan een dege-
lijke haak aan de bovenkant van de pompput en
zorg ervoor dat de ketting niet in contact kan
komen met het pomphuis.
4. Pas de lengte van de motorkabel aan door deze
op te rollen op een trekontlaster zodat de kabel
niet kan beschadigen tijdens bedrijf. Bevestig de
trekontlaster aan een degelijke haak. Zorg dat de
kabels niet geknikt of afgekneld worden.
5. Sluit de motorkabel en de signaalkabel aan,
indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien water
N.B.
dan via de kabel in de motor kan doordrin-
gen.
Als meerdere pompen in dezelfde put wor-
den opgesteld, moeten ze op hetzelfde
N.B.
niveau worden opgesteld voor optimale
pompwisseling.

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Ef 30, 0.6