percentage van de tijd die wordt gewonnen met de
frequentie Fdp (zie figuur 3).
DdP= 0,1÷3 m/min
tdP
= 25÷75% di
T
= 1/
Fdp
(0,5÷5 Hz)
Draai aan de knop Q om het percentage aan te pas-
sen. Instelbaar van 25 tot 75% (standaard 50%).
6. Draai aan de knop N totdat de melding AdP verschijnt
(booglengte van hoogste stroom). Instelbereik -9,9 -
9,9 (standaard 0).
Zorg ervoor dat de booglengte voor het lassen dezelfde is
voor de beide stromen; draai aan de knop Q om de instel-
ling indien nodig te veranderen.
Opmerking: lassen in de dubbele-pulsfuncties is mogelijk.
Na het aanpassen van deze instellingen keert u terug naar
de normale paneelconfiguratie door de toets AO in te
drukken en, terwijl u deze ingedrukt houdt, op de toets E
te drukken. Als een aanpassing van de booglengte van de
laagste stroom/laagste snelheid nodig is, moet u de
booglengte van de referentiesnelheid aanpassen (LED K
geactiveerd). Wanneer de referentiesnelheid verandert,
moeten ook de vorige instellingen worden herhaald voor
de nieuwe snelheid.
3.5.6 ITO-functie ('Inching Time-Out').
Het doel van deze functie is het lasapparaat te stoppen
als de draad in de lengte wordt aangevoerd zonder dat er
stroomtoevoer is.
Houd de toets AO ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
toets E om een submenu te openen.
Draai aan de knop N om ITO te kiezen.
Draai aan de knop Q om het soort bewerking te kiezen:
OFF = uit
Instelbereik = 5 –50cm.
3.5.7 Robotfuncties ("rob").
Alleen geldig voor robotversies.
3.5.8 FAC-functie.
Activering:
Zij heeft tot doel het lasapparaat terug te stellen in de oor-
spronkelijke instellingen van de fabrikant.
Houd de toets AO ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
toets E om een submenu te openen.
Draai aan de knop N om FAC te kiezen.
Door aan de knop Q te draaien, kunt u de volgende items
selecteren:
noP = herstelt de door de fabrikant ingestelde bedie-
ning zonder de opgeslagen programma's te
wissen. De waterkoelunit wordt uitgeschakeld.
Prg = alle opgeslagen programma's worden verwijderd.
R E F E R E N -
T I E S N E L -
HEID
T
Fig. 3
ALL = herstelt
de
door
bediening. De waterkoelunit wordt uitgeschakeld.
Om de functie te activeren, drukt u op de toets AP.
4 INSTALLATIE
Het lasapparaat moet geïnstalleerd worden door
bekwaam personeel. Alle aansluitingen moeten worden
gemaakt in overeenstemming met de geldende veilig-
heidsvoorschriften.
4.1 PLAATSING
Het lasapparaat weegt 108 kg; zie bijgevolg voor het hef-
fen Fig. 4
Fig. 4
Installeer de machine op een plaats waar een goede sta-
biliteit en een doeltreffende ventilatie verzekerd is, om het
binnendringen van metaalstof (bijv. als gevolg van slijp-
werken) te vermijden.
4.2 OPSTELLING
Plaats de draadsleper WF4-HD op de generator.
Sluit de draadsleper met behulp van de verbinding op de
generator aan.
OPMERKING: Vermijd het oprollen van het tussenpakket
om inductie-effecten, die een negatieve invloed kunnen
hebben tijdens pulserend MIG/MAG-lassen, tot een mini-
mum te beperken.
Monteer de stekker op de voedingskabel en vergeet hier-
bij zeker niet de geel/groene draad te verbinden met de
aardingspen.
Controleer of de voedingsspanning overeenstemt met de
nominale spanning van het lasapparaat.
Bereidt u voor op de stroomsterkte van de zekeringen via
de technische gegevens op het identificatieplaatje.
Plaats de cilinder op de steun BY, zet hem vast met de
riemen BZ en sluit de gasslang aan op de uitgang van de
drukregelaar.
Monteer de toorts.
Zorg ervoor dat de groef van de draadaanvoerrollen over-
eenkomt met de diameter van de gebruikte draad.
de
fabrikant
ingestelde
103