Een dynamischere looppas mogelijk maken:
• Verschuif de knie naar voren ten opzichte van de koker (5B) of
• Installeer de meegeleverde wig (6B).
Buig de knie volledig om de locatie te bepalen waar de wig moet worden
geplaatst of verwijderd (6B). Als u de wig aan het apparaat wilt
bevestigen, gebruikt u een middelsterk schroefdraadborgmiddel op de
wigbevestigingsschroeven (6A) en draait u deze vervolgens met de hand
vast in de gaten van de gebogen knie (Fig. 6).
Alleen voor IKF-adapter: de standflexie aanpassen
De achterbumper (af b. 1: H) kan worden aangepast om de standflexie te
vergroten of te verkleinen:
Geel
Rood
Bruin
Als u een bumper wilt vervangen, draait u de centrale schroef los.
Vervang de bumper (gaten van de achterbumper naar boven gericht) en
bevestig deze volgens bovenstaande montage-instructies opnieuw
(koppel tot 35 Nm).
Zwaaifasecontrole (af beelding 7)
Het hydraulische systeem wordt met een basisinstelling geleverd.
In de basisinstelling worden ventielen "F" en "H" beiden met 1
omwenteling geopend. Ventiel "E" wordt met anderhalve omwenteling
geopend.
De flexie- en extensieventielen afstellen
De volgende ventielen kunnen worden ingesteld:
• Ventiel "F": beïnvloedt zwaaiflexieweerstand boven 60°.
• Ventiel "H": beïnvloedt zwaaiflexieweerstand van 0° - 60°.
• Ventiel "E": beïnvloedt zwaai-extensieweerstand.
Begin met het aanpassen van de flexie terwijl de patiënt langzaam loopt
en bij hogere loopsnelheden.
Voor elke afstelling draait u het ventiel in kleine stappen van ongeveer
een kwartslag. Controleer het resultaat altijd direct na elke aanpassing.
Mogelijke observaties en te ondernemen acties worden hieronder vermeld:
• Als de patiënt snel loopt en u merkt dat de hiel te veel omhoog komt,
verhoogt u de zwaaiflexieweerstand door ventiel "F" naar rechts te
draaien, totdat de hiellift is genormaliseerd.
• Voor een soepele aanpassing van de flexieweerstand tussen 0° en 60°
draait u ventiel "H" naar rechts of naar links om de weerstand
respectievelijk te verhogen of te verlagen.
Stel daarna de extensie af om de looppas te harmoniëren.
• Verhoog de zwaai-extensieweerstand door ventiel "E" naar rechts te
draaien, totdat de eindaanslag bij volledige extensie minder is.
Tijdens volledige extensie moet de patiënt een kleine bult voelen.
• Stel ventielen "F" en "E" af tot een soepel en veilige looppatroon
wordt bereikt voor langzaam en snel lopen.
Achterbumper (met gaten)
Zacht
Medium
Hard
Meer demping van standfase
Standaard
Minder demping van standfase
63