3. GEBRUIKSAANWIJZINGEN
B
Ø
3
Ø
•NL•R1
3.1 Inwerkingstelling
3.1.1 Veiligheidsinrichting
Een thermokoppel voorkomt het naar buiten
stromen van gas in het geval dat de vlam dooft.
3.1.2 Aansteken van de waakbranders
A
• Draai de knop
het controlelampje
• Druk op de knop
/
de stand
;
• Houd de knop ingedrukt en wacht totdat de waak-
vlam aangaat (controleer via het inspectieklepje of de
waakvlam brandt);
• houd de knop ongeveer 10 seconden ingedrukt om
de werking van het veiligheidsthermokoppel mogelijk
te maken.
• Laat de knop los; als de vlam dooft, de handeling
herhalen en de knop nog langer ingedrukt houden.
3.1.3 Aansteken van de branders
• Nadat u de waakbrander heeft aangestoken, drukt
B
u op de knop
[
op de stand
;
A
• Draai de knop
D
controlelampje
3.1.4 Uitschakelen
B
• Draai de knop
uit en alleen de waakbrander blijft nu branden, zodat
de branders weer opnieuw aangestoken kunnen
worden.
• Om ook de waakbrander uit te schakelen, drukt u de
knop in en draait u hem op de stand
LET OP: DRAAI NA AFLOOP ALTIJD DE GASKRAAN DICHT
op een willekeurige temperatuur;
C
gaat branden.
B
en draai hem tegen de klok in op
en draait u deze tegen de klok in
op de gewenste temperatuur; het
gaat branden.
/
op de stand
; de branders gaan
o
.
- 3 -
B
A
B
A
LN00511
STOP
GAS
C
D