De gebruiker wordt gedurende de gehele procedure door
Voor de veiligheid van de bediener moet er, alvorens een
1. Controleer
voorwielvergrendeling en verwijder deze indien nodig bij wielen met
opvallende krommingen of bijzonder lage lichtmetalen velgen.
2. Breng het voertuig naar de snelheidstestbank door het achterwiel op de
rollen te plaatsen.
3. Sluit de voorwielklem tot het voertuig goed is vergrendeld.
Voor de veiligheid van de bediener moet er, alvorens een
Controleer gedurende de gehele testperiode voortdurend
vergrendelingssysteem van het voertuig op de rollenbank.
4. Plaats de koelventilatoren op de juiste manier voor de motor of de radiator
van het voertuig, op zodanige afstand dat de koellucht effectief is.
5. Plaats eventuele apparatuur voor de afzuiging van uitlaatgassen.
OPMERKING: als de activering van de koelventilator en de stofzuiger
geautomatiseerd is, start het programma deze automatisch op tijdens de
testrit.
6. Start het voertuig.
7. Verhoog de snelheid van het voertuig geleidelijk aan door op het
gaspedaal te drukken totdat de maximale slag van de handgreep is
bereikt.
8. Bekijk de relevante parameters op het display van het apparaat.
de juiste berichten op het scherm gestuurd. Het is
daarom belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan de
getoonde berichten, aangezien deze basisinstructies
bevatten voor het uitvoeren van de tests.
test uit te voeren, voor gezorgd worden dat het voertuig
correct op de rol is vastgezet door middel van de
de
montage
test uit te voeren, voor gezorgd worden dat het voertuig
correct op de rollen is vastgezet door middel van de
de goede stabiliteit en de effectiviteit van het
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
klemsluitingen.
van
eventuele
WAARSCHUWING!
klemsluiting.
WAARSCHUWING!
35
accessoires
voor
de