Hetgeen in dit hoofdstuk uiteengezet wordt, is van vitaal
belang en dus noodzakelijk voor de garantie. Als de gebrui-
ker zich hier niet aan houdt, kan de fabrikant niet aanspra-
kelijk gesteld worden.
4.0 PRESENTATIE VAN HET LASAPPARAAT
De generatoren G 240 TLH zijn in staat op voortreffelijke wijze de
volgende lasprocedures uit te voeren:
- MMA;
- TIG met ontsteking van de boog op afstand met hoge frequentie
(TIG HF-START) en regeling van de gasafgifte met de toortsknop.
- TIG met ontsteking d.m.v. contact met afname van de kortsluit-
stroom (TIG LIFT-START) en regeling van de gasafgifte met de
toortsknop.
Bij lastoestellen met inverter is de uitgangsstroom onafhankelijk van
variaties in de voedingsspanning en de lengte van de boog. Hij blijft
constant wat de beste kwaliteit voor de las mogelijk maakt.
Op de generator bevinden zich:
- een positieve (+) en een negatieve (-) klem en een gecentraliseer-
de klem voor de verbinding van de TIG toorts
- een bedieningspaneel aan de voorkant met een klem voor de
bedieningen op afstand
- bediening op afstand met potentiometer RC16 voor MMA en
TIG lassen
- bediening op afstand met pedaal RC12 voor TIG lassen
- een bedieningspaneel aan de achterkant met gasaansluiting.
De Genesis 240 TLH kunnen met koelsysteem WU15 geleverd wor-
den voor de afkoeling d.m.v. vloeistof van de TIG toorts.
4.1 Bedieningspaneel voorkant (Fig. 1)
*
L1 : Verklikkerlamp voor de netspanning: groene led
Gaat aan als de startschakelaar op het achterpaneel (Fig. 2)
"I1" in de stand "I" staat. Deze lamp geeft aan dat de instal-
latie is ingeschakeld en onder spanning staat.
*
L2: Verklikkerlamp beveiligingsinrichting: gele led
Geeft aan dat de thermische beveiligingsinrichting of de
beveiliging voor onjuiste toevoerspanning heeft ingegrepen.
Als "L2" brandt knippert er een alarmcode op "D1" (nr. 10).
De generator blijft met het net verbonden maar levert geen
stroom in de uitgang. Als er zich een oververhitting heeft
voorgedaan, dan blijft "L2" branden totdat de interne tempe-
ratuur weer binnen de normale grenzen teruggekeerd is. Laat
in dat geval de generator aan staan en wacht tot het lasappa-
raat afgekoeld is. Als het alarm veroorzaakt is door de net-
spanning, op een willekeurige knop drukken om de werk-
zaamheden weer te hervatten.
*
L3: Verklikkerlamp uitgaande spanning (werk): rode led.
Geeft aan dat er spanning in de uitgang aanwezig is.
* Display D1
Visualiseert de lasstroom of de waarde van de lasparameter
gekozen met "S5" op de grafiek "G1". Wordt gebruikt voor
alarm- en foutmeldingen en om de set-up parameters in te
stellen.
66
* E1 : Codeerorgaan voor het instellen van de lasstroom, de laspa-
rameters en de set-up waarden.
Hiermee kan de in "D1" getoonde waarde veranderd worden van de
parameter geselecteerd met "S5" op de grafiek "G1" (ook tijdens het
lassen). Hiermee kan de gewenste set-up parameter ingesteld worden
en kan de waarde ervan gevarieerd worden.
Hiermee kan de lasstroom zowel in TIG als in MMA voortdurend gere-
geld worden. (Deze stroom blijft onveranderd tijdens het lassen als de
omstandigheden van de stroomtoevoer en van het lassen binnen de in
de technische kenmerken vermelde grenzen variëren). Bij MMA kan
door de aanwezigheid van de HOT-START en de ARC-FORCE de
gemiddelde uitgangsstroom hoger zijn dan de ingestelde waarde.
*
S1: Toets van het stroomregelsysteem.
Selecteert het regelsysteem van de lasstroom:
- vanaf het paneel aan de voorkant "van binnenuit"
- vanaf de bediening op afstand "van buitenaf"
Dan kan door middel van "E1" de maximaal selecteerbare stroom-
waarde ingesteld worden door middel van de bediening op afstand.
*
J1: 7-polige militaire stekker.
Voor de aansluiting van de bedieningen op afstand RC16 en RC12.
*
S2: Toets voor de keuze van het type stroom voor TIG lassen.
- CONSTANTE stroom met of zonder STIJG-/DAALTIJD
- PULSSTROOM met of zonder STIJG-/DAALTIJD
- GEMIDDELDE FREQUENTIE stroom met of zonder STIJG/DAALTIJD
De led naast het symbool gaat branden ter bevestiging van de keuze.
*
S3: Keuzetoets voor de wijze van controle bij TIG lassen
- Lassen met 2 Tijden (2T)
- Lassen met 4 Tijden (4T)
- Lassen met 2 niveaus (BILEVEL)
De led naast het symbool gaat branden ter bevestiging van de keuze.
Met de pedaalbediening RC12 is alleen de 2T modus mogelijk.
Met 2 Tijden begint, bij het drukken op de knop, het gas te stromen
en ontsteekt de boog; bij het loslaten van de knop keert de stroom
weer naar nul binnen de daaltijd; nadat de boog uit is stroomt het gas
gedurende de gasnastroomtijd.
Met 4 Tijden begint het gas bij de eerste druk op de knop te stromen
en vindt er een handmatige gasvoorstroom plaats; bij het loslaten van
de knop gaat de boog branden. Bij de volgende druk op de knop en
als hij definitief losgelaten wordt, begint de stroom te dalen en begint
de gasnastroomtijd.
In BILEVEL kan de lasser met twee verschillende, tevoren met "S5"
ingestelde stroomsterktes lassen.
Fig. 1
De eerste druk op de toortsknop veroorzaakt de gasvoorstroom, de
ontsteking van de boog en het lassen met beginstroom.
Wanneer de knop voor het eerst wordt losgelaten stijgt de stroom naar
"I1". Als de lasser de knop snel indrukt en weer loslaat wordt er over-
gegaan op "I2"; door de knop weer snel in te drukken en weer los te
laten wordt er weer overgegaan op "I1" enzovoorts.
Als de knop langer ingedrukt gehouden wordt daalt de stroom naar de
eindstroom.
Als de knop wordt losgelaten gaat de boog uit terwijl het gas gedu-
rende de gasnastroomtijd blijft stromen.
*
S4: Keuzetoets lasprocedure.
Voor de keuze van de lasprocedure.
De brandende led naast het symbool bevestigt de keuze.
Procedures:
- MMA (elektrode)
- TIG LIFT ARC ontsteking
- TIG HOOGFREQUENT ontsteking