Foutcode
V17
V18
V22
V21
V23
ML3
ML4
ML6
NL
ML7
ML9
ML14
ML15
MR3
MR4
MR6
MR7
MR9
MR14
MR15
PMU10
PMU11
Beschrijving
SPI-communicatiefout
Defect accuvak (PMU)
bladsignaal abnormaal
PMU CAN-communicatiefout
Zittingschakelaar abnormaal
Linker blad software overstroom
Linker blad vastgelopen
MOS-fout links
Faseverlies bladmotor links
Temperatuur linker bladcontroller
abnormaal
Linker blad hardware overstroom
Linker blad start niet
Bescherming tegen te lage snelheid
van de motor
Bescherming tegen te hoog toeren-
tal van de motor
Motor Hall-sensor fout
Faseverlies van de controller
MOSFET open circuit fout
Controller onderspanning
Controller overspanning
Fout in accupack open circuit
PMU grote fout
Engels
Oplossing
Herstart de stroomvoorziening.
Controleer of de gaspedaalkabels goed zijn aangesloten en
herstart de stroomvoorziening.
Controleer of de bladstartschakelaar correct is aangesloten,
en zet de schakelaar vervolgens terug in de uitgangspositie.
Communicatie met het accuvak is timeout. Herstart de
stroomvoorziening.
Controleer of de connector onder de zitting goed is aan-
gesloten, en start dan de stroomvoorziening opnieuw.
Controleer de maaibelasting en start de stroomvoorziening
opnieuw.
Controleer de maaibelasting en zet de bladstartschakelaar
terug in de uitgangspositie.
Als u dit probleem tegenkomt, neem dan contact op met uw
distributeur voor een oplossing.
Controleer of de kabels van de bladcontroller en de motor
goed zijn aangesloten, en start vervolgens de stroomvoorzi-
ening opnieuw op.
De temperatuur van de controller is te hoog. Wacht tot de
controller is afgekoeld en start dan de stroomvoorziening
opnieuw op
Controleer de maaibelasting en start de stroomvoorziening
opnieuw.
Controleer de maaibelasting en zet de bladstartschakelaar
terug in de uitgangspositie.
Controleer de maaibelasting en start de stroomvoorziening
opnieuw.
Controleer de maaibelasting en zet de bladstartschakelaar
terug in de uitgangspositie.
Als u dit probleem tegenkomt, neem dan contact op met uw
distributeur voor een oplossing.
Controleer of de kabels van de bladcontroller en de motor
goed zijn aangesloten, en start vervolgens de stroomvoorzi-
ening opnieuw op.
De temperatuur van de controller is te hoog. Wacht tot de
controller is afgekoeld en start dan de stroomvoorziening
opnieuw op.
Controleer de maaibelasting en start de stroomvoorziening
opnieuw.
Controleer de maaibelasting en zet de bladstartschakelaar
terug in de uitgangspositie.
De temperatuur van het accuvak en de accu is te laag.
Gebruik de machine bij een geschikte temperatuur en start
de stroomvoorziening opnieuw op.
De temperatuur van het accuvak en de accu is te hoog.
Wacht tot de accu is afgekoeld en start dan de stroomvoor-
ziening opnieuw op.
164