Niet langs randen, punten of
–
scherpe voorwerpen laten schuren
Niet in deur- of raamsponningen
–
inklemmen
Bij in elkaar gedraaide kabels – de
–
netsteker uit de contactdoos
trekken en de kabels uit de knoop
halen
De kabelhaspel altijd geheel
–
afwikkelen, om brandgevaar door
oververhitting te voorkomen
Tijdens de werkzaamheden
Waarschuwing!
Nooit oplosmiddel bevattende
–
vloeistoffen of onverdunde zuren en
oplosmiddelen (bijv. benzine,
stookolie, verfverdunners of aceton)
aanzuigen. Deze stoffen tasten de
in het apparaat gebruikte materialen
aan. De spuitnevel vat zeer
gemakkelijk vlam, is explosief en
giftig.
Bij beschadiging van de
netkabel direct de netste -
ker uit de contactdoos
trekken – levensgevaar
door elektrische schok!
Het apparaat zelf en
andere elektrische appa -
raten nooit met de
hogedrukstraal of met
een waterstraal afspui -
ten – kans op kortsluiting!
RE 521, RE 551 PLUS, RE 581, RE 581 PLUS
Elektrische installaties,
aansluitingen en stroom -
geleidende kabels niet
met de hogedrukstraal of
een waterstraal afspui -
ten – kans op kortsluiting!
De gebruiker mag de
straal noch op zichzelf,
noch op andere personen
richten, ook niet om kle -
ding of schoenen te
reinigen – kans op letsel!
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen en in oneffen terrein – kans
op uitglijden!
De hogedrukreiniger op een zo groot
mogelijke afstand van het te reinigen
object opstellen.
Het apparaat niet afdekken en op
voldoende ventilatie voor de motor
letten.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe nabijheid van het apparaat –
brandgevaar! Uit de brandstoftank
kunnen ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
In de warmwaterstand metalen delen
van de spuitlans en de warmtewisselaar
niet aanraken – kans op brandwonden!
Niet over de uitlaatpijp buigen en ook
geen lichaamsdelen hierboven houden.
De uitlaatpijp niet afdekken – brand- en
explosiegevaar!
In de heetwaterstand ont -
staan giftige
uitlaatgassen die geur -
loos en onzichtbaar
kunnen zijn. Het apparaat
nooit in afgesloten of
slecht geventileerde
ruimtes gebruiken.
De hogedrukstraal nooit op dieren
richten.
De hogedrukstraal nooit op
onoverzichtelijke plaatsen richten.
Kinderen, dieren en toeschouwers op
afstand houden.
Bij het reinigen mogen geen gevaarlijke
stoffen (bijv. asbest, olie) van het te
reinigen object in het milieu
terechtkomen. Beslist de betreffende
milieurichtlijnen in acht nemen!
Geen oppervlakken waarin
asbestcement is verwerkt afspuiten met
een hogedrukstraal. Behalve vuil
kunnen ook gevaarlijke asbestvezels
vrijkomen die de longen kunnen
aantasten. Dit gevaar is vooral aanwezig
nadat het behandelde oppervlak is
opgedroogd.
Kwetsbare componenten van rubber,
stof, en dergelijke niet met een
rotorstraal, bijv. met de rotorsproeier
reinigen. Tijdens het reinigen op
voldoende afstand tussen de
hogedruksproeier en het oppervlak
letten om beschadiging van het te
reinigen oppervlak te voorkomen.
De hendel van het spuitpistool moet
soepel bewegen en automatisch in de
uitgangsstand terugkeren nadat hij is
losgelaten.
Nederlands
215